Trends in de zorg

De Nederlandse gezondheidszorg ondergaat de laatste jaren grote veranderingen. Taken worden verdeeld, de patiënt is veranderd en technologie wordt steeds belangrijker. Wij hebben drie belangrijke punten voor je op een rijtje gezet.

Robotisering

Het rapport van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu vertelt meer over robotisering in de zorg. Servicerobots kunnen helpen met medicijngebruik, maar er zijn ook sociale robots, die worden ingezet bij zieke kinderen, mensen met dementie of eenzame ouderen. Operatierobots moeten juist weer bestuurd worden. De chirurg stuurt de robot aan die vervolgens de feitelijke handelingen uitvoert. Toch is de inzet van robots nog beperkt in de zorg en blijft menselijke hulp nodig. Dit heeft vooral te maken met de wensen en verlangens van zorgvragers en met de unieke vermogens van de zorgverlener, zoals empathie, creativiteit en oplossingsgerichtheid.

Het ziet er naar uit dat in de toekomst robots vooral worden ingezet als ondersteuning en niet als vervanging van mensen. De WRR pleit voor niet zo veel mogelijk mensen proberen te vervangen door robots, maar mensen samen mét robotica productiever maken.

Verpleegkundigen met een regiefunctie

Om te kunnen blijven voldoen aan de steeds complexere zorgvraag zijn er nieuwe beroepsprofielen opgesteld, de zogeheten professionaliseringsslag. Er wordt onderscheid gemaakt tussen tussen MBO- en HBO- verpleegkundige functies. De rol van de HBO-verpleegkundige heeft minder focus op de uitvoerende zorgtaken en meer op de regierol. Voor de MBO-verpleegkundige ligt de nadruk op het uitvoeren van handelingen, het organiseren van de zorg van de zorgvrager en het op een juiste manier toepassen van evidence based protocollen en richtlijnen.

Zelf metingen doen

De nieuwe technologie om als patiënt zelf een meting te kunnen doen wordt veel meer onderdeel van de zorg. Een goed voorbeeld is een app waarmee bijvoorbeeld COPD-patiënten zelf thuis met een iPad metingen kunnen verrichten. Deze metingen worden vervolgens op afstand beoordeeld door de longarts en bij een verhoogd risico kan direct worden ingegrepen.