HBO-bachelor Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Talen - specialisatie Engels

  • Flexibel studeren
  • Je docent is altijd bereikbaar
Beoordeling LOI:

€ 259,00 p/m Meer informatie

HBO-bachelor Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Talen - specialisatie Engels

Met de HBO Lerarenopleiding Engels van LOI Hogeschool word je opgeleid tot tweedegraads docent Engels. Dit betekent dat je bevoegd bent om les te geven aan het VMBO, de eerste... Lees meer

Met de HBO Lerarenopleiding Engels van LOI Hogeschool word je opgeleid tot tweedegraads docent Engels. Dit betekent dat je bevoegd bent om les te geven aan het VMBO, de eerste drie klassen van de HAVO en het VWO en het BVE-veld (beroeps- en volwasseneneducatie). Je volgt modules over taalbeheersing, taalkunde, Engelstalige literatuur, pedagogiek en vakdidactiek. Ook loop je stage zodat je goed bent voorbereid op de praktijk. Na afronding van deze opleiding heb je een wettelijk erkend HBO-bachelorgetuigschrift op zak.

Over deze opleiding

Infomercial HBO BA - MA - AD - Post BA - HBO-minor
  • Behaal een erkend bachelorgetuigschrift
  • Inclusief vakliteratuur
  • Praktijkgerichte opleiding
  • Goede kansen op de arbeidsmarkt

Erkenningen & samenwerkingen

Bel 071 – 545 1234
  • Vragen of persoonlijk advies?
  • Telefoon Bel 071 - 545 1234
  • Whatsapp WhatsApp
  • Kalender Adviesgesprek
  • Mail Stuur een e-mail
  • Help Veelgestelde vragen
Uitgebreide opleidingsinformatie

Algemene informatie

Engels is een wereldtaal. En wat is er mooier dan anderen die taal goed te leren beheersen? Het onderwijs zoekt mensen met een talenknobbel die hun kennis kunnen overbrengen op leerlingen. De HBO-bachelor Lerarenopleiding Engels van LOI Hogeschool leidt je op tot tweedegraads docent. Na afronding van deze opleiding tot docent Engels ben je bevoegd om les te geven aan het VMBO, de eerste drie klassen van de HAVO en het VWO en het BVE-veld (beroeps- en volwasseneneducatie). Het onderwijs zal je met open armen ontvangen!

In bacheloropleiding Lerarenopleiding Engels leer je niet alleen hoe je anderen kunt helpen om zo goed mogelijk in het Engels te communiceren, je leert ook hoe je leerlingen in hun taalontwikkeling kunt begeleiden en plezier kunt laten beleven met de Engelse taal. Vergeet even de onderwijzer van vroeger, anno nu ben je als docent veel meer een coach die leerlingen motiveert en enthousiast maakt voor het vak. Ook heb je vaak een rol als mentor en ben je voor je leerlingen iemand bij wie ze kunnen aankloppen als ze een probleem hebben. Dat maakt de functie afwisselend en uitdagend.

Het werkveld staat o.a. door de vergrijzing te springen om praktijkgerichte docenten die inhoudelijk goed onderwijs aanbieden dat leerlingen aanspreekt. De carrièreperspectieven zijn dan ook zeker goed te noemen!

Vraag de studiegids aan

  • Alle informatie over je opleiding.
  • Meer over studeren bij de LOI.
  • Binnen enkele minuten in je mailbox.
Studiegids aanvragen

Daarom kies je voor de opleiding HBO-bachelor Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Talen - specialisatie Engels

  • Deze opleiding tot docent Engels biedt zeer goede arbeidsmarktperspectieven.
  • Inclusief alle benodigde studieboeken.
  • Inclusief extra contactdagen
  • Sterk praktijkgerichte opleiding, veel aandacht voor jouw professionele ontwikkeling.
  • Behaal een erkend HBO-bachelorgetuigschrift.

Doelgroep en toelating

Hulp bij je studiekeuze?

Heb je nog vragen of wil je advies over je studiekeuze? We helpen je graag in een persoonlijk telefonisch gesprek.

Plan je adviesgesprek

Doelgroep en beroep

De HBO-bachelor Lerarenopleiding Engels leidt je op tot tweedegraads docent. De moderne leraar is niet alleen de onderwijzer die kennis overdraagt en huiswerk en proefwerken nakijkt. Als docent heb je steeds meer een taak als coach. Je bent ook een mentor, een begeleider bij wie leerlingen aan kunnen kloppen als ze een probleem hebben. Dat maakt de functie enorm afwisselend. Want elke leerling is uniek. Aan jou de dankbare taak om hem te begeleiden en op een waardevolle manier aan zijn of haar opvoeding en toekomst bij te dragen.

Je volgt deze opleiding via flexibel deeltijdonderwijs. Deeltijdopleidingen zijn bij uitstek geschikt voor professionals die een opleiding willen volgen naast een baan.

Ontdek de arbeidsmarkt
De onderwijsmarkt is breed en veelzijdig. Je kunt je behalve lesgeven ook richten op leerlingbegeleiding, de organisatie van buitenschoolse activiteiten en ICT. De lerarenopleiding talen is in eerste instantie een lerarenopleiding, maar een werkomgeving buiten het onderwijs behoort ook tot de mogelijkheden.

De arbeidsmarktperspectieven voor afgestudeerden zijn goed. Er wordt de komende jaren een groot tekort aan leraren in het voortgezet onderwijs verwacht.

Toelating

Je kunt je direct inschrijven voor deze opleiding als je beschikt over een van de onderstaande diploma’s of bewijzen:

  • HAVO-diploma
  • VWO-diploma
  • MBO 4-diploma
  • Propedeusegetuigschrift (HBO of WO)
  • Diploma kort HBO-programma LOI Hogeschool
  • Diploma Associate degree (Ad)
  • Behaalde 21+-toets

Niet de juiste vooropleiding? Doe de HBO 21+ toets!

Met de HBO 21+ toets wordt getoetst of je het niveau van een HBO-opleiding aankunt. De toets bestaat uit meerkeuzevragen op het gebied van taal, rekenen en logica. Naar aanleiding van de uitslag krijg je een advies van de toelatingscommissie van LOI Hogeschool of je wel of niet met de opleiding van je keuze kunt starten. De HBO 21+ toets kan iedere werkdag digitaal worden afgelegd op ruim 20 verschillende locaties in Nederland. Op de dag van de toets moet je minimaal 21 jaar zijn.

Het afleggen van de HBO 21+ toets kost € 89,-. Schrijf je je hierna in voor een HBO-bacheloropleiding of Associate degree bij LOI Hogeschool? Dan krijg je dit bedrag van ons terug en is je 21+ toets dus gratis!

Extra tijd nodig?
Heb je dyslexie, dyscalculie of denk je om een andere reden recht te hebben op meer tijd? Dan is het mogelijk om extra tijd aan te vragen voor het examen. Stuur in dat geval je NAW-gegevens, plus een medische verklaring van dyslexie of dyscalculie, naar examenbureau@loi.nl. Je medische verklaring wordt vervolgens gecheckt, waarna het examenbureau contact met je opneemt over het boeken en betalen van het examen.

Klik hier voor meer informatie en om je direct aan te melden

Toelating met een kort HBO-programma

Ben je 21 jaar of ouder? Dan kun je ook tot een HBO-bacheloropleiding of Associate degree worden toegelaten op basis van een kort HBO-programma van LOI Hogeschool. Ieder kort HBO-programma geeft recht op toelating. Wel kunnen er aanvullende (wettelijke) toelatingsvoorwaarden van toepassing zijn.

We raden we je aan om te kiezen voor een kort HBO-programma dat modules omvat uit de bachelor of Associate degree die je wilt volgen. Je behaalt dan niet alleen een waardevol diploma, maar kunt bij doorstroming vaak meteen vrijstelling aanvragen voor de inhoudelijk overeenkomende module(s).

Inhoud van de opleiding

Inhoud van de opleiding HBO-bachelor Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Talen - specialisatie Engels

De bacheloropleiding HBO Lerarenopleiding Engels is opgebouwd uit drie fases en biedt een sterk inhoudelijk én praktijkgericht programma. In de propedeuse werk je aan een stevige basis: je verdiept je in taalbeheersing, taalkunde en literatuur (Engelstalige modules) en ontwikkelt je tot ERK-niveau B2. Tegelijkertijd leer je in Nederlandstalige modules de basisprincipes van pedagogiek, vakdidactiek en praktijkonderzoek, en oriënteer je je op de schooltypes waar je les kunt geven, zoals (V)MBO en HAVO/VWO. De theorie wordt tot leven gebracht met casussen en filmpjes uit de onderwijspraktijk, en je past je kennis direct toe tijdens de stage.

In de hoofdfase breid je je vakinhoudelijke en didactische kennis verder uit en ontwikkel je je Engelse taalvaardigheid tot ERK-niveau C1. Je stageopdrachten worden steeds complexer, zodat je goed voorbereid aan de slag kunt als Leraar in Opleiding en zelfstandig praktijkonderzoek kunt uitvoeren.

In de afstudeerfase kies je voor een specialisatie in (V)MBO of HAVO/VWO, en loop je een LIO-stage binnen de schoolsoort die bij jouw keuze past. Je sluit de opleiding af met een praktijkgericht onderzoek dat zich richt op het onderwijs in jouw afstudeerrichting.

Inclusief vakliteratuur

Alle benodigde verplichte studieboeken zijn inbegrepen bij het collegegeld. Hiervoor hoeven geen extra kosten te worden gemaakt. De (lees)boeken die als onderdeel van bepaalde vakken gelezen moeten worden, worden niet meegeleverd. Deze kun je zelf aanschaffen of lenen bij de bibliotheek.

Inclusief contactdagen

Bij de opleiding HBO Lerarenopleiding Talen – specialisatie Engels horen een aantal (deels verplichte) contactdagen. Tijdens deze dagen werk je samen met je studiegenoten aan de ontwikkeling van je vaardigheden. Daarbij word je begeleid door een ervaren docent. Sommige contactdagen vinden op locatie plaats, andere online via virtual classrooms. De kosten voor al deze contactdagen zijn inbegrepen in het collegegeld.

Tijdens je opleiding krijg je meer informatie over de contactdagen en hoor je hoe en wanneer deze plaatsvinden.

Het studieprogramma

Het studieprogramma van de HBO-bachelor Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Talen - specialisatie Engels bestaat uit een propedeuse, een hoofdfase en een afstudeerfase. Bij deze opleiding kun je 240 EC's halen. In een cluster volg je een aantal modules rondom hetzelfde thema. De meeste clusters worden afgesloten met een praktijkintegratiemodule. In deze modules combineer je de opgedane kennis en pas je deze toe in een praktijksituatie.

Bekijk de modules van de opleiding

  • Module
  • Fase 1
  • Portfolio

    Het hoofddoel van het portfolio is het inzichtelijk maken van de compentieontwikkeling van de student. In de module komt theorie aan bod over zelfreflectie en -beoordeling en de verschillende leerroutes om sturing te geven aan de persoonlijke en professionele ontwikkeling. De student bepaalt zijn leerroute en stelt doelen op. Door middel van reflectieopdrachten toont een student aan alle vereiste beroeps- en opleidingscompetenties op het eindniveau van de opleiding te beheersen. Tevens voorziet de module in de studiebegeleiding door de coach gedurende de gehele opleiding.

  • Algemene beroepsoriëntatie

    Het hoofddoel van de module is dat je leert je enerzijds persoonlijk te profileren in de beroepsomgeving van de studie waarin je werkt of gaat werken door het werkveld te analyseren en de benodigde competenties en beroepscodes te relateren aan je eigen sterktes en zwaktes. Anderzijds leer je in groepsverband projectmatig samen te werken aan het in kaart brengen van bedrijfskundige en ethische aspecten van een arbeidsorganisatie. Dit alles met als doel dat je de beoogde werkomgeving en het hbo-niveau daarbinnen leert kennen in relatie tot jezelf.

    In deze module staan twee eindopdrachten: het beroepsproduct (IBP) en het projectverslag. Je maakt een van deze twee eindopdrachten om de module af te ronden. 

    Deze module bevat twee verplichte opdrachten. Er hoeft echter maar één van de twee opdrachten gemaakt te worden om de module af te ronden:

    • Je brengt een beroepsopdracht in en na goedkeuring zend je deze nogmaals in als praktijkopdracht Definitief.
    • Je doorloopt alle stappen van de praktijkopdracht, dus van het plan van aanpak tot en met de definitieve versie.
  • Onderzoeksvaardigheden in het onderwijs

    De student verwerft de onderzoeksvaardigheden die nodig zijn om de kernactiviteiten van de cyclus voor praktijkonderzoek in de hoofdfase en afstudeerfase zelfstandig te kunnen doorlopen.

    Tijdens de module krijgt de student inzicht in de wijze waarop praktijkonderzoek in de school kan bijdragen aan het beantwoorden van vragen die de onderwijspraktijk oproept. Er wordt ingezoomd op de specifieke kenmerken van de school als onderzoeksomgeving.

  • Pedagogiek I

    In deze module leert de student de didactische driehoek kennen als manier om naar onderwijs in de klas te kijken met de componenten: docent, leerling en leerstof. De verschillende componenten en de relaties tussen deze componenten worden besproken waarna nader wordt ingezoomd op de leerling en de docent en op de lijn leerling-docent.
    De student krijgt inzicht in de cognitieve, sociaal-emotionele, identiteits- en seksuele ontwikkelingen die zich afspelen bij de leerling. Daarnaast leert de student de basisbeginselen van klassenmanagement; de student krijgt inzicht in groepsprocessen en hoe hij daar als docent invloed op kan uitoefenen. De student leert ook iets breder te kijken dan de klas, namelijk naar de pedagogische opdracht van de school als geheel en de vertaling daarvan naar de klassensituatie.
    Ten slotte formuleert de student zijn eigen visie op goed docentschap en leert nadenken over zijn eigen rol in de klas.

  • Onderwijskunde I

    De student kent de basis van onderwijskundige theorieën en kan omgaan met eenvoudige lesvoorbereidingen.

  • Effectief communiceren

    Het hoofddoel van de module is dat studenten zich zowel mondeling als schriftelijk correct en effectief kunnen uitdrukken en in staat zijn een tekst te begrijpen, te produceren of samen te vatten binnen een interculturele context.

  • Algemeen Engels B2

    Na het afronden van de module en het behalen van het examen ben je in staat om te communiceren op ERK-niveau B2 in een algemene context.

  • Literature I

    In deze module krijgt u een overzicht van de geografische, historische en culturele achtergronden van Groot-Brittannië en de Verenigde Staten van Amerika. Daarnaast zal de moderne literatuur behandeld worden. De module bestaat uit twee secties: de eerste sectie behandelt Groot-Brittannië en de tweede de Verenigde Staten.

  • Vakdidactiek

    In deze module maak je kennis met het onderdeel vakdidactiek. Je leert de basisvaardigheden aan in het verzorgen van onderwijs en het laten leren van de leerlingen.

  • Praktijk I - LVO

    Het hoofddoel van de module is de student actief kennis te laten maken met de beroepstaken van de leraar basisonderwijs die betrekking hebben op het primaire proces, zodat hij in staat is op basis van deze praktijkervaring een antwoord te geven op de vraag ‘Wat voor leraar wil ik zijn?’ 

  • Reading list

    In de module Reading list archiveert de student zijn of haar dossier op het gebied van gelezen literatuur tijdens de lerarenopleiding. De module wordt getoetst doormiddel van een mondeling examen waarin gelezen boeken worden besproken en de student wordt bevraagd op zijn of haar kennis van literatuur en de gelezen werken in het bijzonder.

  • Fase 2
  • Cultuur en religie

    Globalisering, migratie en het ontstaan van de multiculturele samenleving, hebben ertoe geleid dat we regelmatig privé of op de werkvloer in situaties terechtkomen waarin we moeten kunnen omgaan met culturele verschillen. Migratie zorgt ervoor dat samenlevingen in beweging zijn. Er komen nieuwe mensen bij, er gaan andere mensen weg. De samenstelling van de bevolking is dus niet statisch. Migratie zorgt ook voor kennismaking met nieuwe gebruiken, normen en waarden. Mensen met diverse culturele achtergronden komen met elkaar in contact. Wij nemen gebruiken van andere culturen over. Zo is een patatje pindasaus een mengeling van Nederlandse en Indonesische invloeden. Ook zie je in andere culturen elementen uit onze cultuur terug. Denk maar aan de fiets naar het werk pakken. Bij het contact tussen twee of meer culturen ontstaat vaak nieuwe cultuur. We proberen nieuwe dingen, we vinden andere zaken belangrijk dan voorheen en we gebruiken nieuwe woorden om ons uit te drukken. Toch zijn er ook verschillen: wat de een belangrijk vindt, kan de ander helemaal niet belangrijk vinden. Waar de een stellig in gelooft is voor de ander nog niet zo zeker. En waar de een iets heel normaal vindt, kijkt de ander daar toch even raar van op. 

    Als (aankomend) docent is het belangrijk om verbinding met en tussen je leerlingen te bewerkstelligen. Elkaar begrijpen, met elkaar kunnen communiceren en elkaar respecteren zijn hierin sleutelvaardigheden. Dit kan soms een uitdaging zijn wanneer je in gesprek gaat met leerlingen of collega´s die een andere culturele en religieuze achtergrond dan de jouwe hebben. Hoe maak je bijvoorbeeld seksualiteit bespreekbaar in de klas? Wat doe je als een leerling zich fel extreemrechts uitlaat tegenover een andere leerling? En hoe reageer je als een collega je in de kantine kritisch bevraagd over je klaspraktijken? Je antwoorden op deze en andere vragen hangen deels af van je eigen opvoeding en culturele achtergrond. Welke antwoorden kun je van je leerlingen en collega´s verwachten? Ook dit hangt maar net af van de context en klassamenstelling waarin je werkzaam bent.  

    In deze module leer je mensen met verschillende culturele achtergronden effectief en succesvol met elkaar kunnen communiceren. In grote lijnen komen de volgende onderwerpen aan de orde:
    -  Begrippen en communicatie over cultuurverschillen en -overeenkomsten.
    -  Culturele verschillen en opvoedingsstijlen.
    -  Wereldreligies in Nederland.
    -  De docent en de multiculturele samenleving.

    De leeruitkomst van deze module kan op verschillende manieren bereikt worden, namelijk via het doorlopen van de leerweg of door het inbrengen van werkervaring. Je hebt de mogelijkheid om een of meer beroepsproducten te gebruiken om aan te tonen dat je de moduleleeruitkomst en onderlinggende indicatoren beheerst, bijvoorbeeld door het overleggen van een groepsplan en andere gespreksverslagen die aan de eisen voldoen.

    Je hebt dus twee mogelijkheden om deze module af te ronden:
    - Optie 1: Je volgt de leerweg en rondt de module af met de praktijkopdrachten.
    - Optie 2: Je rondt de module af met de 'Inbreng beroepsproduct(en)' (inbreng van werkervaring)

  • Cultuur en religie

    Mondialisering, migratie en het ontstaan van de multiculturele samenleving, hebben ertoe geleid dat we regelmatig privé of op de werkvloer in situaties terechtkomen waarin we moeten kunnen omgaan met culturele verschillen. De 'grote' wereld is ook naar ons toegekomen en ligt letterlijk naast de deur door de immigranten die zich in de loop der jaren in Nederland hebben gevestigd. Migratie zorgt ervoor dat samenlevingen in beweging zijn. Er komen nieuwe mensen bij, er gaan andere mensen weg. De samenstelling van de bevolking is dus niet statisch. En ook de cultuur is niet statisch, omdat de oude bewoners en nieuwkomers elkaar continu beïnvloeden. Met de komst van immigranten kwamen ook nieuwe 'vreemde' culturen met hun eigen gebruiken, normen en waarden. Zo ontstond de multiculturele samenleving die ervoor heeft gezorgd dat er in Nederland en andere Europese landen diverse culturen naast en door elkaar heen leven.

    U zult als (aankomend) docent moeten leren hoe u op een zodanige manier kunt communiceren dat uw leerlingen met een andere culturele en religieuze achtergrond zich begrepen en gerespecteerd voelen. De vaardigheid om succesvol te communiceren in een multiculturele samenleving is voor iedere Nederlander, maar zeker voor u als (aankomend) docent, van groot belang om een optimaal leef-, werk- en opleidingsklimaat te waarborgen.

    In deze module leert u hoe mensen met verschillende culturele achtergronden effectief en succesvol met elkaar kunnen communiceren. In grote lijnen komen de volgende onderwerpen aan de orde:
    - De maatschappelijke context: een veranderende wereld
    - De culturele context: culturele verschillen en overeenkomsten
    - De praktijk: succesvolle communicatie tussen mensen uit verschillende culturen.

    De leeruitkomst van deze module kan op verschillende manieren bereikt worden, namelijk via het doorlopen van de leerweg of het direct maken van het examen, maar ook door het inbrengen van werkervaring. U hebt de mogelijkheid om een of meer beroepsproducten te gebruiken om aan te tonen dat u de moduleleeruitkomst en onderlinggende indicatoren beheerst, bijvoorbeeld door het overleggen van een groepsplan en andere gespreksverslagen die aan de eisen voldoen.

    U heeft dus twee mogelijkheden om deze module af te ronden:
    - Optie 1: U volgt de leerweg en rondt de module af met de praktijkopdrachten.
    - Optie 2: U rondt de module af met de 'Inbreng beroepsproduct(en)'.

  • Linguistics I

    De module Linguistics I geeft je kennis van de vele facetten van de taalkunde. Deze kennis heb je nodig om de achtergrond van talen te begrijpen en deze kennis later te kunnen toepassen. Zo wordt bijvoorbeeld niet alleen grammatica behandeld, maar ook de pragmatiek, fonologie en semantiek van talen.   Ook komt een stukje tweede taalverwerving aan bod; deze stof heb je nodig om de processen die de leerlingen doorlopen bij het leren van Engels te begrijpen en de kennis hiervan te kunnen toepassen bij het creëren van lessen.   Door de opbouw van de module waarin je leert over de verschillende onderdelen van de taalkunde, beschik jej bij het beëindigen van de module over een grondige basiskennis van de taalkunde. Deze kennis kan in de hoofdfase gebruikt worden bij de toepassing hiervan in het onderwijs.

  • Omgaan met adolescenten

    Als leraar is het realiseren van een veilig, ondersteunend en stimulerend leerklimaat van groot belang. Binnen dit leerklimaat kunnen leerlingen zich ontwikkelen, zowel op het gebied van de vakinhoud (zoals bijvoorbeeld talen) als ook op sociaal-emotioneel vlak. Belangrijk bij het realiseren van een veilig leerklimaat is een goede aansluiting op de leefwereld en ontwikkeling van de leerling, binnen de opleiding LVO Talen betreft dit de adolescent. Daarom in deze module aandacht voor zowel de reguliere ontwikkeling van adolescenten op diverse vlakken als voor de veelvoorkomende ontwikkelings- en gedragsproblemen en –stoornissen. Ook komen opvoedkundige theorieën en methodieken aan bod die het handelen van de leraar kunnen ondersteunen. Dit alles met als doel de leraar te bekwamen in het omgaan met adolescenten, zodat hij hen adequaat kan begeleiden in hun ontwikkeling.

  • Leerlingenzorg I

    U gaat straks aan de slag in het voortgezet onderwijs of het mbo. U hebt kennis en vaardigheden opgedaan en bent klaar om de leerlingen te begeleiden bij hun ontwikkeling. En dan blijkt dat die leerlingen helemaal niet doen wat u wilt. Dat kan te maken hebben met uitproberen (even kijken hoe die nieuwe docent zich houdt), maar het kan ook zijn dat een of meerdere leerlingen in uw klas een gedragsstoornis hebben. Met de invoering van het passend onderwijs is de kans groter geworden dat u een leerling met een stoornis in uw klas treft.

    In deze module leert u beter om te gaan met de meest voorkomende gedrags- en leerstoornissen. Er wordt ook apart aandacht besteed aan de Wet passend onderwijs. Daarin staat beschreven hoe u als docent hulp kunt krijgen bij de begeleiding van leerlingen.

    De leeruitkomst van deze module kan op verschillende manieren bereikt worden, namelijk via het doorlopen van de leerweg of het direct maken van het examen, maar ook door het inbrengen van werkervaring. U hebt de mogelijkheid om een of meer beroepsproducten te gebruiken om aan te tonen dat u de moduleleeruitkomst en onderlinggende indicatoren beheerst, bijvoorbeeld door het overleggen van een groepsplan en andere gespreksverslagen die aan de eisen voldoen.

    U heeft dus twee mogelijkheden om deze module af te ronden:
    - Optie 1: U volgt de leerweg en rondt de module af met de praktijkopdrachten.
    - Optie 2: U rondt de module af met de 'Inbreng beroepsproduct(en)'.

    Denkt u dat u de leeruitkomst(en) al beheerst en dit kunt aantonen? Ga dan door naar het hoofdonderwerp ‘Inbreng beroepsproduct(en) (IBP)'. Hier vindt u de voorwaarden, richtlijnen en de stappen die u dient te doorlopen als u een beroepsproduct wilt inbrengen. Als u geen gebruik kunt of wilt maken van IBP slaat u dit hoofdonderwerp over en gaat u verder met de volgende hoofdonderwerpen in het leerpad.

    Deze module bevat een aantal examens. Niet alle examens hoeven gedaan te worden om de module af te ronden:

    • U brengt een beroepsopdracht in.
    • U doorloopt alle stappen van de module met bijbehorende examens.
  • Onderwijskunde II

    Hoe kan de school de kwaliteit van het leren versterken, en welke rol speelt de docent daarbij? De student leert zijn rol als docent kennen in schoolverband en de rol bij het vergroten van de kwaliteit van onderwijs.

  • Didactiek en toetsontwikkeling

    Lesgeven is de corebusiness van uw werk. Het spreekt voor zich dat u inhoudelijke kennis hebt van uw vak en dat u pedagogisch onderlegd bent, maar dat wat u echt onderscheidt van anderen die met jongeren en kinderen werken, zijn uw didactische vaardigheden. Het aanleren van kennis en vaardigheden, dat is waar het om gaat in deze module.

    In deze module verdiept u zich in de verschillende aspecten van het lesgeven. De eerste twee hoofdstukken van de module gaan over de theorie van het lesgeven. Hier zult u meer lezen over verschillende leertheorieën en de invloed die een leertheorie heeft op het lesgeven in de praktijk. In de hoofdstukken die daarna komen leert u hoe u leerlingen tot leren kunt aanzetten. Met behulp van de theorieën van Marzano denkt u na over manieren om leerlingen tot leren te laten komen. De laatste drie hoofdstukken staan in het teken van toetsontwikkeling. U leert meer over de theoretische basis van toetsen en u begrijpt straks beter hoe u toetsen kunt gebruiken.

    De leeruitkomst van deze module kan op verschillende manieren bereikt worden, namelijk via het doorlopen van de leerweg of het direct maken van het examen, maar ook door het inbrengen van werkervaring. U hebt de mogelijkheid om een of meer beroepsproducten te gebruiken om aan te tonen dat u de moduleleeruitkomst en onderlinggende indicatoren beheerst, bijvoorbeeld door het overleggen van een groepsplan en andere gespreksverslagen die aan de eisen voldoen.

    U hebt dus twee mogelijkheden om deze module af te ronden:

    • Optie 1: U volgt de leerweg en rondt de module af met de praktijkopdrachten.
    • Optie 2: U rondt de module af met de 'Inbreng beroepsproduct(en)'.

    Denkt u dat u de leeruitkomst(en) al beheerst en dit kunt aantonen? Ga dan door naar het hoofdonderwerp ‘Inbreng beroepsproduct(en) (IBP)'. Hier vindt u de voorwaarden, richtlijnen en de stappen die u dient te doorlopen als u een beroepsproduct wilt inbrengen. Als u geen gebruik kunt of wilt maken van IBP slaat u dit hoofdonderwerp over en gaat u verder met de volgende hoofdonderwerpen in het leerpad.

  • Teaching English as a foreign language (TEFL)

    In de module Teaching English as a Foreign Language wordt verder ingegaan op de vakinhoudelijke kant van het onderwijzen in een vreemde taal. In de module wordt diepgang gegeven aan de specifieke aspecten die komen kijken bij het lesgeven van Engels als tweede taal - het lesgeven van de vier vaardigheden lezen, schrijven, spreken, luisteren en het lesgeven van andere specifieke taalonderdelen zoals cultuur, vocabulaire en grammatica. Er wordt verder ingegaan op het Europees Referentiekader, waarvan binnen de Europese Unie tegenwoordig uitgebreid gebruik van wordt gemaakt.

  • Vakdidactiek taalbeheersing

    In deze module verwerft de student kennis en vaardigheden om te kunnen differentiëren binnen zijn lessen met als doel recht te doen aan verschillen tussen leerlingen en het maximale uit leerlingen te halen. Daarnaast verwerft de student kennis en vaardigheden om ICT didactisch verantwoord in te zetten in zijn lessen met als doel het leerrendement te vergroten. De module is gericht op toepassing binnen de lessen Taalbeheersing: de taalvaardigheden lezen, schrijven en spreken en luisteren.

  • English methodology

    De leraar doet kennis op over didactiek, klassenmanagement en effectief gebruik van digitale middelen.

  • Praktijk II - LVO

    Tijdens Praktijk II ontwikkelt de student zijn vaardigheid als leraar door gedeeltelijk zelfstandig lessen te ontwerpen en verzorgen in de verschillende vakken van het tweedegraads domein, 

  • Algemeen Engels C1

    Na afronding van de module communiceer je in het Engels op C1-niveau.

  • Linguistics II

    De leraar in opleiding beheerst de inhoud van de kennisbasis Leraar Engels.

  • Literary history

    De student heeft een grondige kennis nodig van de Engelse en Amerikaanse literatuurgeschiedenis. In deze module wordt deze kennis verworven.

  • Literature II

    In de module Literature II verdiept de student zijn kennis van de Engelstalige literatuur en zijn inzicht in verschillende vormen van literatuurtheorie en –kritiek.

  • Engelse cultuur

    Bij kennis van een taal hoort ook kennis van de cultuur van het land waar die taal gesproken wordt. Engels is een wereldtaal en wordt gesproken in veel zeer diverse landen. Dat zijn natuurlijk Groot-Brittannië en de Verenigde Staten van Amerika, maar ook bijvoorbeeld Ierland, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en India.

    In deze module staan de samenleving, geschiedenis, geografie, economie en cultuur van al deze landen centraal. Daarnaast komen het Caribisch gebied en enkele andere landen en regio's waar Engels wordt gesproken ook kort aan de orde. De module biedt inzicht in de verschillen tussen culturen van de diverse Engelstalige landen, zowel onderling als in vergelijking tot Nederland.

  • Vakdidactiek literatuuronderwijs

    De student moet niet alleen voldoende inhoudelijke kennis hebben van het schoolvak dat hij onderwijst, hij moet ook weten hoe hij dit schoolvak moet onderwijzen. In deze module wordt verder ingegaan op de vakdidactiek die nodig is om het onderdeel literatuur en fictie goed te kunnen onderwijzen.

  • Fase 3
  • Leerlingenzorg II

    U gaat straks aan de slag in het voortgezet onderwijs of het mbo. U hebt kennis en vaardigheden opgedaan en bent klaar om de leerlingen te begeleiden bij hun ontwikkeling en daar al mee geoefend. In deze module verdiept u deze kennis door middel van het uitvoeren van een praktijkonderzoek. Daarbij wordt in de toetsing specifiek rekening gehouden met de door u gekozen afstudeerrichting (avo of (v)mbo) en de in deze richting spelende specifieke problematiek.

    De leeruitkomst van deze module kan op verschillende manieren bereikt worden, namelijk via het doorlopen van de leerweg of het direct maken van het examen, maar ook door het inbrengen van werkervaring. U hebt de mogelijkheid om een of meer beroepsproducten te gebruiken om aan te tonen dat u de moduleleeruitkomst en onderlinggende indicatoren beheerst, bijvoorbeeld door het overleggen van een groepsplan en andere gespreksverslagen die aan de eisen voldoen.

    U heeft dus twee mogelijkheden om deze module af te ronden:
    - Optie 1: U volgt de leerweg en rondt de module af met de praktijkopdrachten.
    - Optie 2: U rondt de module af met de 'Inbreng beroepsproduct(en)'.

    Denkt u dat u de leeruitkomst(en) al beheerst en dit kunt aantonen? Ga dan door naar het hoofdonderwerp ‘Inbreng beroepsproduct(en) (IBP)'. Hier vindt u de voorwaarden, richtlijnen en de stappen die u dient te doorlopen als u een beroepsproduct wilt inbrengen. Als u geen gebruik kunt of wilt maken van IBP slaat u dit hoofdonderwerp over en gaat u verder met de volgende hoofdonderwerpen in het leerpad.

  • Onderwijskunde III - (V)mbo

    Als docent en school maakt u deel uit van een groter verband dan de school alleen, namelijk van het totale onderwijs in een gemeente, Nederland, Europa en de wereld, en ook van de maatschappij als geheel. Eén van de doelen van onderwijs is ervoor zorgen dat kinderen en jongeren worden voorbereid op het leven en werken in de maatschappij op een manier die recht doet aan de leerlingen, maar ook aan de situatie, cultuur en omgeving waarin leerlingen straks wonen en werken. Kennis van hoe het curriculum op landelijk (of nog hoger, bijvoorbeeld Europees) niveau tot stand komt, op welke uitgangspunten dit is gebaseerd en hoe dit zich vertaalt naar de school en de klassensituatie is dus belangrijk om uw werk als leraar goed en professioneel uit te voeren. Zo ontwikkelt u zich tot gesprekspartner in de school over de inrichting en uitvoering van het curriculum als geheel en voor uw vakgebied en kunt u ook meer gefundeerd meedenken over onderwijsvernieuwingen. In dee module gaat het over het ontwerp van leeromgevingen en leerplannen. U leert u hoe een leerplan van de school tot stand komt, welke invloed u als docent daarop hebt en hoe u het schoolleerplan vervolgens vertaalt naar het werken in de klas. Daarna wordt een groot gedeelte van de module gewijd aan het lesgeven en leren met behulp van ICT, web 2.0 en social media. Een (aankomend) docent moet tenslotte effectief en efficiënt gebruik kunnen maken van de mogelijkheden die deze ontwikkelingen met zich meebrengen voor het leren en onderwijs in de klas.

  • Onderwijskunde III - Avo

    Als docent en school maakt u deel uit van een groter verband dan de school alleen, namelijk van het totale onderwijs in een gemeente, Nederland, Europa en de wereld, en ook van de maatschappij als geheel.

    Eén van de doelen van onderwijs is ervoor zorgen dat kinderen en jongeren worden voorbereid op het leven en werken in de maatschappij op een manier die recht doet aan de leerlingen, maar ook aan de situatie, cultuur en omgeving waarin leerlingen straks wonen en werken.

    Kennis van hoe het curriculum op landelijk (of nog hoger, bijvoorbeeld Europees) niveau tot stand komt, op welke uitgangspunten dit is gebaseerd en hoe dit zich vertaalt naar de school en de klassensituatie is dus belangrijk om uw werk als leraar goed en professioneel uit te voeren. Zo ontwikkelt u zich tot gesprekspartner in de school over de inrichting en uitvoering van het curriculum als geheel en voor uw vakgebied en kunt u ook meer gefundeerd meedenken over onderwijsvernieuwingen.

    In de module gaat het over het ontwerp van leeromgevingen en leerplannen. U leert hoe een leerplan van de school tot stand komt, welke invloed u als docent daarop hebt en hoe u het schoolleerplan vervolgens vertaalt naar het werken in de klas. Daarna wordt een groot gedeelte van de module gewijd aan het lesgeven en leren met behulp van ICT, web 2.0 en social media. Een (aankomend) docent moet tenslotte effectief en efficiënt gebruik kunnen maken van de mogelijkheden die deze ontwikkelingen meebrengen voor het leren en onderwijs in de klas.

  • Pedagogiek II

    Het doel van de module is de student voldoende kennis, vaardigheden en creatieve mogelijkheden op het gebied van leiderschap en klassenmanagement aan te reiken om als professionele, inspirerende docent te functioneren in het vmbo, de onderbouw van havo/vwo en in het bve-veld. In deze module vindt derhalve verdieping plaats ten aanzien van klassenmanagement en groepsdynamica, waaronder in het kader van digitaal leren en interculturaliteit. Ook komt het begeleiden van binnenschoolse praktijksimulaties en buitenschoolse praktijk(opdrachten)/werkplekleren aan de orde.
    Ten slotte wordt nader ingegaan op het leiderschap van de docent in de klas. De vaardigheden ten aanzien van klassenmanagement en professionalisering worden daardoor verdiept.

  • Engels in het beroepsonderwijs

    In de module leert de student een onderwijsprogramma ontwikkelen en uitvoeren gericht op Engels taalonderwijs binnen het beroepsonderwijs, afgestemd op de diverse sectoren: Zorg, Economie, Techniek en Landbouw waarbij hij onderzoekt hoe een balans kan worden gevonden tussen het aanleren van het generieke niveau van de Engelse taal dat de leerling moet beheersen, en de relevantie voor de toekomstige beroepspraktijk. Hierin onderzoekt de student bijvoorbeeld de verschillen en voorkeuren tussen het aanleren van grammaticale vaktaal of learning by doing.

  • Talenten en excelleren - Avo

    In de module Talenten en excelleren leert de student hoe hij leerlingen met diverse talenten in de klas kan herkennen en begeleiden. Hij leert hoe hij zijn onderwijsprogramma kan aanpassen op de behoeften van leerlingen met hoogbegaafdheid, zodat iedere leerling tot optimale ontwikkelkansen kan komen.

  • Internationalisering - Een praktijkonderzoek

    De leraar in opleiding ontwikkelt een internationale visie op een praktijkprobleem. Waar mogelijk deelt hij zijn eigen kennis en werkt hij samen met buitenlandse partners of buitenlanddeskundigen.

  • Professionalisering van de leraar

    Na afloop van de module is de student zich bewust van de rechten, plichten en beroepsethische grenzen waarmee de professionele leraar in Nederland te maken krijgt. Hij weet hoe hij zijn professionaliteit kan vergroten en zichzelf kan profileren en is in staat hiermee zijn kansen op de arbeidsmarkt positief te beïnvloeden.

  • Inleiding onderzoek doen

    Het hoofddoel van de module 'Inleiding onderzoek doen' is het aanleren van de basale vaardigheden die van toepassing zijn bij alle vormen van onderzoek in het hbo-werkveld. Deze vaardigheden zijn gerelateerd aan het verkrijgen/vergroten van onderzoekend vermogen, bestaand uit: een onderzoekende houding, het toepassen van kennis uit het onderzoek van anderen en het zelf onderzoek doen (en dit kritisch beschouwen middels evaluatie en reflectie). De student ontwikkelt een fundament waarop de diverse opleidingspecifieke onderzoeksleerlijnen verder kunnen worden voortgebouwd.

    Deze module bevat een aantal examens. Niet alle examens hoeven gedaan te worden om de module af te ronden:

    • Je brengt een beroepsopdracht in.
    • Je doorloopt alle stappen van de module met bijbehorende examens.
  • Inleiding in de psychologie

    Het hoofddoel van de module is dat je kennis en begrip verwerft over het ontstaan van de theorie en wetenschapsbeoefening van psychologie. Tijdens de module krijg je beginnend inzicht in hoe hij de principes kan toepassen in analyses van casuïstiek.

  • Inleiding recht

    Deze module Inleiding recht, een belangrijk onderdeel van de opleiding, biedt basiskennis en inzicht in de beginselen van het recht en legt daarmee een fundament voor het verdere verloop van de studie. In de module maak je kennis met de verschillende functies van het recht, de rechtsbronnen, de rechtsgebieden van het Nederlandse recht en belangrijke beginselen van het Nederlandse recht. 

  • Inleiding ICT/informatiemanagement

    In deze module staan basiskennis en inzicht in de inzet van IT-systemen in organisaties en het informatiemanagement centraal. Naast diverse bedrijfsinformatiesystemen komen ook beslissingsondersteunende systemen aan bod. Ook gaat de module in op hardware en software, telecommunicatie en netwerken en systeemontwikkelmethoden. Ontwikkelingen op het gebied van commerciële IT-oplossingen ontbreken uiteraard niet. Daarnaast komen beveiliging en ethische problemen aan de orde. Deze onderwerpen worden vanuit een business-perspectief bekeken.

  • Marketing A1

    Het vak marketing is zeer dynamisch door een economie die constant in beweging is. Door informatietechnologie (internet en social media), onlinemarketing en sterke concurrentie is er steeds meer sprake van klantgericht ondernemen. De doelstelling van deze module is het bieden van een brede basis in het vakgebied marketing.

    Er wordt een brede inleiding in het vakgebied marketing gegeven, onderwerpen zijn:

    • marketingconcept, marketingplanning en marketingstrategie
    • marketingorganisatie
    • macro- en meso-omgeving
    • marktonderzoek
    • marktsegmentatie
    • marketinginstrumenten: product, prijs, plaats en promotie
    • onlinemarketing.
  • Oriëntatie bedrijfseconomie

    Je hebt na de afronding van deze module inzicht in de basisbegrippen uit de bedrijfseconomie. Je bent na afronding in staat onderscheid te maken in verschillende soorten kosten en het opstellen van de balans en resultatenrekening van een organisatie. Je kunt kostprijzen opstellen en je hebt kennis van de financiering van een organisatie.

  • Taalkunde I

    De student integreert en past de opgedane kennis en vaardigheden van de tot nu toe gevolgde modules toe bij de uitwerking van de stageopdracht.

  • Literatuur en fictie I

    Deze module laat je kennismaken met fictiegenres, hun kenmerken en de mogelijkheden binnen de lespraktijk. Je leert zelfstandig analyseren, interpreteren, beoordelen en beargumenteren van literaire werken om toegerust te zijn voor de fictielessen in het onderwijs van het tweedegraadsveld. Daarnaast leer je de lessen fictie aantrekkelijk, vormend en leerzaam in te richten in de praktijk.  

  • Literatuurgeschiedenis

    Het hoofddoel van de module is de student te voorzien van een theoretische kennisbasis van de Nederlandse literatuurgeschiedenis, zodat de student de literatuur van middeleeuwen tot heden herkent en op basis daarvan literatuurlessen kan geven, waarbij hij/zij de actualiteit in verband brengt met historische werken.

  • Taal in het beroepsonderwijs (v)mbo

    In de module leert de student een onderwijsprogramma analyseren, ontwikkelen en uitvoeren gericht op Nederlands taalonderwijs binnen het beroepsonderwijs, afgestemd op de diverse sectoren: Zorg, Economie, Techniek en Landbouw. Daarbij werkt hij samen met collega’s binnen en buiten de sector Nederlands om het taalonderwijs af te stemmen op de behoeften van de sectoren en passend bij de eisen vanuit de referentieniveaus.

    Meer specifiek leert de student welke onderdelen van de kennisbasis Nederlands van toepassing zijn binnen de vier sectoren beroepsonderwijs en welke basisvaardigheden de leerlingen nodig hebben. Ook leert hij welke plaats en rol de Nederlandse taal in het beroepsonderwijs (vmbo en mbo) speelt binnen de sectoren. Verder leert de student hoe de docent Nederlands een rol kan spelen bij het taalonderwijs op school, bij het vakgericht taalonderwijs en bij het afstemmen van de lessen Nederlands op de specifieke behoeften binnen de sector(en) waarin hij werkt.

  • Rekendidactiek

    De student verwerft en consolideert eigen vaardigheid met betrekking tot aantallen, hele en gebroken getallen. Hij/zij kan deze structureren en er bewerkingen mee uitvoeren. Hij/zij kan er zowel in formele als praktische situaties de vereiste berekeningen mee uitvoeren. Hij/zij kent verschillende notaties en schrijfwijzen van getallen, gebruikt adequate eenheden en plaatst ze in hun onderling rekenkundig verband. Dat alles demonstreert de student op het referentieniveau 3S en hoger.

  • Fase 4
  • Praktijk III - Lio LVO

    Tijdens de praktijk III-lio-stage werkt de student toe naar startbekwaam niveau. Tijdens deze laatste praktijkmodule zal de student zelfstandig voor de groep staan en als volwaardig collega en leraar aan de slag gaan.

  • Afstudeeropdracht Lerarenopleiding

    De belangrijkste doelstellingen bij het uitvoeren van het praktijkonderzoek van de Lerarenopleiding zijn:

    • (Nader) kennismaken met de praktische beroepsuitoefening en het (toekomstige) beroep.
    • Het in praktijk brengen van theoretische kennis.
    • (Verder) ontwikkelen van een correcte beroepshouding.
    • Aantonen dat de student aan het eind van de studie beschikt over theoretische kennis op voldoende niveau.
    • Aantonen dat de student verbanden kan leggen tussen praktijksituaties of -problemen en de verworven kennis.
    • Aantonen dat de student zelfstandig een les kan geven die inhoudelijk en qua niveau voldoet aan de gedefinieerde eindtermen.
    • (Verder) ontwikkelen van sociale en communicatieve vaardigheden onder meer door samenwerking in groepsverband.
    • Aantonen dat de student over voldoende praktische kennis beschikt met betrekking tot de administratieve aspecten van het beroep.

    Daarnaast dient de student tijdens uitvoering van de Afstudeeropdracht HBO Lerarenopleiding de volgende bekwaamheden te ontwikkelen:

    • Resultaatgerichtheid, in termen van een proactieve en conatieve instelling, het nemen en onderkennen van risico’s en verantwoordelijkheid en het tonen van initiatief.
    • Communicatieve vaardigheden, in termen van omgang met leerlingen en mededocenten.
    • Zelfkennis, in termen van kennis over de eigen sterke en zwakke persoonlijkheidsaspecten en hoe deze het functioneren beïnvloeden.
    • Zelfregulatie, in termen van het kunnen sturen van het eigen gedrag, oriënteren, plannen, bewaken, toetsen en evalueren.
    • Reflectie, in termen van reflectie ter plaatse en in actie leidt tot inzicht in praktijksituaties die uniek, complex, diffuus of conflictueus zijn.

Bekijk de modules van de opleiding

  • Module
  • Fase 1
  • Portfolio

    Het hoofddoel van het portfolio is het inzichtelijk maken van de compentieontwikkeling van de student. In de module komt theorie aan bod over zelfreflectie en -beoordeling en de verschillende leerroutes om sturing te geven aan de persoonlijke en professionele ontwikkeling. De student bepaalt zijn leerroute en stelt doelen op. Door middel van reflectieopdrachten toont een student aan alle vereiste beroeps- en opleidingscompetenties op het eindniveau van de opleiding te beheersen. Tevens voorziet de module in de studiebegeleiding door de coach gedurende de gehele opleiding.

  • Algemene beroepsoriëntatie

    Het hoofddoel van de module is dat je leert je enerzijds persoonlijk te profileren in de beroepsomgeving van de studie waarin je werkt of gaat werken door het werkveld te analyseren en de benodigde competenties en beroepscodes te relateren aan je eigen sterktes en zwaktes. Anderzijds leer je in groepsverband projectmatig samen te werken aan het in kaart brengen van bedrijfskundige en ethische aspecten van een arbeidsorganisatie. Dit alles met als doel dat je de beoogde werkomgeving en het hbo-niveau daarbinnen leert kennen in relatie tot jezelf.

    In deze module staan twee eindopdrachten: het beroepsproduct (IBP) en het projectverslag. Je maakt een van deze twee eindopdrachten om de module af te ronden. 

    Deze module bevat twee verplichte opdrachten. Er hoeft echter maar één van de twee opdrachten gemaakt te worden om de module af te ronden:

    • Je brengt een beroepsopdracht in en na goedkeuring zend je deze nogmaals in als praktijkopdracht Definitief.
    • Je doorloopt alle stappen van de praktijkopdracht, dus van het plan van aanpak tot en met de definitieve versie.
  • Onderzoeksvaardigheden in het onderwijs

    De student verwerft de onderzoeksvaardigheden die nodig zijn om de kernactiviteiten van de cyclus voor praktijkonderzoek in de hoofdfase en afstudeerfase zelfstandig te kunnen doorlopen.

    Tijdens de module krijgt de student inzicht in de wijze waarop praktijkonderzoek in de school kan bijdragen aan het beantwoorden van vragen die de onderwijspraktijk oproept. Er wordt ingezoomd op de specifieke kenmerken van de school als onderzoeksomgeving.

  • Pedagogiek I

    In deze module leert de student de didactische driehoek kennen als manier om naar onderwijs in de klas te kijken met de componenten: docent, leerling en leerstof. De verschillende componenten en de relaties tussen deze componenten worden besproken waarna nader wordt ingezoomd op de leerling en de docent en op de lijn leerling-docent.
    De student krijgt inzicht in de cognitieve, sociaal-emotionele, identiteits- en seksuele ontwikkelingen die zich afspelen bij de leerling. Daarnaast leert de student de basisbeginselen van klassenmanagement; de student krijgt inzicht in groepsprocessen en hoe hij daar als docent invloed op kan uitoefenen. De student leert ook iets breder te kijken dan de klas, namelijk naar de pedagogische opdracht van de school als geheel en de vertaling daarvan naar de klassensituatie.
    Ten slotte formuleert de student zijn eigen visie op goed docentschap en leert nadenken over zijn eigen rol in de klas.

  • Onderwijskunde I

    De student kent de basis van onderwijskundige theorieën en kan omgaan met eenvoudige lesvoorbereidingen.

  • Effectief communiceren

    Het hoofddoel van de module is dat studenten zich zowel mondeling als schriftelijk correct en effectief kunnen uitdrukken en in staat zijn een tekst te begrijpen, te produceren of samen te vatten binnen een interculturele context.

  • Algemeen Engels B2

    Na het afronden van de module en het behalen van het examen ben je in staat om te communiceren op ERK-niveau B2 in een algemene context.

  • Literature I

    In deze module krijgt u een overzicht van de geografische, historische en culturele achtergronden van Groot-Brittannië en de Verenigde Staten van Amerika. Daarnaast zal de moderne literatuur behandeld worden. De module bestaat uit twee secties: de eerste sectie behandelt Groot-Brittannië en de tweede de Verenigde Staten.

  • Vakdidactiek

    In deze module maak je kennis met het onderdeel vakdidactiek. Je leert de basisvaardigheden aan in het verzorgen van onderwijs en het laten leren van de leerlingen.

  • Praktijk I - LVO

    Het hoofddoel van de module is de student actief kennis te laten maken met de beroepstaken van de leraar basisonderwijs die betrekking hebben op het primaire proces, zodat hij in staat is op basis van deze praktijkervaring een antwoord te geven op de vraag ‘Wat voor leraar wil ik zijn?’ 

  • Reading list

    In de module Reading list archiveert de student zijn of haar dossier op het gebied van gelezen literatuur tijdens de lerarenopleiding. De module wordt getoetst doormiddel van een mondeling examen waarin gelezen boeken worden besproken en de student wordt bevraagd op zijn of haar kennis van literatuur en de gelezen werken in het bijzonder.

  • Fase 2
  • Cultuur en religie

    Globalisering, migratie en het ontstaan van de multiculturele samenleving, hebben ertoe geleid dat we regelmatig privé of op de werkvloer in situaties terechtkomen waarin we moeten kunnen omgaan met culturele verschillen. Migratie zorgt ervoor dat samenlevingen in beweging zijn. Er komen nieuwe mensen bij, er gaan andere mensen weg. De samenstelling van de bevolking is dus niet statisch. Migratie zorgt ook voor kennismaking met nieuwe gebruiken, normen en waarden. Mensen met diverse culturele achtergronden komen met elkaar in contact. Wij nemen gebruiken van andere culturen over. Zo is een patatje pindasaus een mengeling van Nederlandse en Indonesische invloeden. Ook zie je in andere culturen elementen uit onze cultuur terug. Denk maar aan de fiets naar het werk pakken. Bij het contact tussen twee of meer culturen ontstaat vaak nieuwe cultuur. We proberen nieuwe dingen, we vinden andere zaken belangrijk dan voorheen en we gebruiken nieuwe woorden om ons uit te drukken. Toch zijn er ook verschillen: wat de een belangrijk vindt, kan de ander helemaal niet belangrijk vinden. Waar de een stellig in gelooft is voor de ander nog niet zo zeker. En waar de een iets heel normaal vindt, kijkt de ander daar toch even raar van op. 

    Als (aankomend) docent is het belangrijk om verbinding met en tussen je leerlingen te bewerkstelligen. Elkaar begrijpen, met elkaar kunnen communiceren en elkaar respecteren zijn hierin sleutelvaardigheden. Dit kan soms een uitdaging zijn wanneer je in gesprek gaat met leerlingen of collega´s die een andere culturele en religieuze achtergrond dan de jouwe hebben. Hoe maak je bijvoorbeeld seksualiteit bespreekbaar in de klas? Wat doe je als een leerling zich fel extreemrechts uitlaat tegenover een andere leerling? En hoe reageer je als een collega je in de kantine kritisch bevraagd over je klaspraktijken? Je antwoorden op deze en andere vragen hangen deels af van je eigen opvoeding en culturele achtergrond. Welke antwoorden kun je van je leerlingen en collega´s verwachten? Ook dit hangt maar net af van de context en klassamenstelling waarin je werkzaam bent.  

    In deze module leer je mensen met verschillende culturele achtergronden effectief en succesvol met elkaar kunnen communiceren. In grote lijnen komen de volgende onderwerpen aan de orde:
    -  Begrippen en communicatie over cultuurverschillen en -overeenkomsten.
    -  Culturele verschillen en opvoedingsstijlen.
    -  Wereldreligies in Nederland.
    -  De docent en de multiculturele samenleving.

    De leeruitkomst van deze module kan op verschillende manieren bereikt worden, namelijk via het doorlopen van de leerweg of door het inbrengen van werkervaring. Je hebt de mogelijkheid om een of meer beroepsproducten te gebruiken om aan te tonen dat je de moduleleeruitkomst en onderlinggende indicatoren beheerst, bijvoorbeeld door het overleggen van een groepsplan en andere gespreksverslagen die aan de eisen voldoen.

    Je hebt dus twee mogelijkheden om deze module af te ronden:
    - Optie 1: Je volgt de leerweg en rondt de module af met de praktijkopdrachten.
    - Optie 2: Je rondt de module af met de 'Inbreng beroepsproduct(en)' (inbreng van werkervaring)

  • Cultuur en religie

    Mondialisering, migratie en het ontstaan van de multiculturele samenleving, hebben ertoe geleid dat we regelmatig privé of op de werkvloer in situaties terechtkomen waarin we moeten kunnen omgaan met culturele verschillen. De 'grote' wereld is ook naar ons toegekomen en ligt letterlijk naast de deur door de immigranten die zich in de loop der jaren in Nederland hebben gevestigd. Migratie zorgt ervoor dat samenlevingen in beweging zijn. Er komen nieuwe mensen bij, er gaan andere mensen weg. De samenstelling van de bevolking is dus niet statisch. En ook de cultuur is niet statisch, omdat de oude bewoners en nieuwkomers elkaar continu beïnvloeden. Met de komst van immigranten kwamen ook nieuwe 'vreemde' culturen met hun eigen gebruiken, normen en waarden. Zo ontstond de multiculturele samenleving die ervoor heeft gezorgd dat er in Nederland en andere Europese landen diverse culturen naast en door elkaar heen leven.

    U zult als (aankomend) docent moeten leren hoe u op een zodanige manier kunt communiceren dat uw leerlingen met een andere culturele en religieuze achtergrond zich begrepen en gerespecteerd voelen. De vaardigheid om succesvol te communiceren in een multiculturele samenleving is voor iedere Nederlander, maar zeker voor u als (aankomend) docent, van groot belang om een optimaal leef-, werk- en opleidingsklimaat te waarborgen.

    In deze module leert u hoe mensen met verschillende culturele achtergronden effectief en succesvol met elkaar kunnen communiceren. In grote lijnen komen de volgende onderwerpen aan de orde:
    - De maatschappelijke context: een veranderende wereld
    - De culturele context: culturele verschillen en overeenkomsten
    - De praktijk: succesvolle communicatie tussen mensen uit verschillende culturen.

    De leeruitkomst van deze module kan op verschillende manieren bereikt worden, namelijk via het doorlopen van de leerweg of het direct maken van het examen, maar ook door het inbrengen van werkervaring. U hebt de mogelijkheid om een of meer beroepsproducten te gebruiken om aan te tonen dat u de moduleleeruitkomst en onderlinggende indicatoren beheerst, bijvoorbeeld door het overleggen van een groepsplan en andere gespreksverslagen die aan de eisen voldoen.

    U heeft dus twee mogelijkheden om deze module af te ronden:
    - Optie 1: U volgt de leerweg en rondt de module af met de praktijkopdrachten.
    - Optie 2: U rondt de module af met de 'Inbreng beroepsproduct(en)'.

  • Linguistics I

    De module Linguistics I geeft je kennis van de vele facetten van de taalkunde. Deze kennis heb je nodig om de achtergrond van talen te begrijpen en deze kennis later te kunnen toepassen. Zo wordt bijvoorbeeld niet alleen grammatica behandeld, maar ook de pragmatiek, fonologie en semantiek van talen.   Ook komt een stukje tweede taalverwerving aan bod; deze stof heb je nodig om de processen die de leerlingen doorlopen bij het leren van Engels te begrijpen en de kennis hiervan te kunnen toepassen bij het creëren van lessen.   Door de opbouw van de module waarin je leert over de verschillende onderdelen van de taalkunde, beschik jej bij het beëindigen van de module over een grondige basiskennis van de taalkunde. Deze kennis kan in de hoofdfase gebruikt worden bij de toepassing hiervan in het onderwijs.

  • Omgaan met adolescenten

    Als leraar is het realiseren van een veilig, ondersteunend en stimulerend leerklimaat van groot belang. Binnen dit leerklimaat kunnen leerlingen zich ontwikkelen, zowel op het gebied van de vakinhoud (zoals bijvoorbeeld talen) als ook op sociaal-emotioneel vlak. Belangrijk bij het realiseren van een veilig leerklimaat is een goede aansluiting op de leefwereld en ontwikkeling van de leerling, binnen de opleiding LVO Talen betreft dit de adolescent. Daarom in deze module aandacht voor zowel de reguliere ontwikkeling van adolescenten op diverse vlakken als voor de veelvoorkomende ontwikkelings- en gedragsproblemen en –stoornissen. Ook komen opvoedkundige theorieën en methodieken aan bod die het handelen van de leraar kunnen ondersteunen. Dit alles met als doel de leraar te bekwamen in het omgaan met adolescenten, zodat hij hen adequaat kan begeleiden in hun ontwikkeling.

  • Leerlingenzorg I

    U gaat straks aan de slag in het voortgezet onderwijs of het mbo. U hebt kennis en vaardigheden opgedaan en bent klaar om de leerlingen te begeleiden bij hun ontwikkeling. En dan blijkt dat die leerlingen helemaal niet doen wat u wilt. Dat kan te maken hebben met uitproberen (even kijken hoe die nieuwe docent zich houdt), maar het kan ook zijn dat een of meerdere leerlingen in uw klas een gedragsstoornis hebben. Met de invoering van het passend onderwijs is de kans groter geworden dat u een leerling met een stoornis in uw klas treft.

    In deze module leert u beter om te gaan met de meest voorkomende gedrags- en leerstoornissen. Er wordt ook apart aandacht besteed aan de Wet passend onderwijs. Daarin staat beschreven hoe u als docent hulp kunt krijgen bij de begeleiding van leerlingen.

    De leeruitkomst van deze module kan op verschillende manieren bereikt worden, namelijk via het doorlopen van de leerweg of het direct maken van het examen, maar ook door het inbrengen van werkervaring. U hebt de mogelijkheid om een of meer beroepsproducten te gebruiken om aan te tonen dat u de moduleleeruitkomst en onderlinggende indicatoren beheerst, bijvoorbeeld door het overleggen van een groepsplan en andere gespreksverslagen die aan de eisen voldoen.

    U heeft dus twee mogelijkheden om deze module af te ronden:
    - Optie 1: U volgt de leerweg en rondt de module af met de praktijkopdrachten.
    - Optie 2: U rondt de module af met de 'Inbreng beroepsproduct(en)'.

    Denkt u dat u de leeruitkomst(en) al beheerst en dit kunt aantonen? Ga dan door naar het hoofdonderwerp ‘Inbreng beroepsproduct(en) (IBP)'. Hier vindt u de voorwaarden, richtlijnen en de stappen die u dient te doorlopen als u een beroepsproduct wilt inbrengen. Als u geen gebruik kunt of wilt maken van IBP slaat u dit hoofdonderwerp over en gaat u verder met de volgende hoofdonderwerpen in het leerpad.

    Deze module bevat een aantal examens. Niet alle examens hoeven gedaan te worden om de module af te ronden:

    • U brengt een beroepsopdracht in.
    • U doorloopt alle stappen van de module met bijbehorende examens.
  • Onderwijskunde II

    Hoe kan de school de kwaliteit van het leren versterken, en welke rol speelt de docent daarbij? De student leert zijn rol als docent kennen in schoolverband en de rol bij het vergroten van de kwaliteit van onderwijs.

  • Didactiek en toetsontwikkeling

    Lesgeven is de corebusiness van uw werk. Het spreekt voor zich dat u inhoudelijke kennis hebt van uw vak en dat u pedagogisch onderlegd bent, maar dat wat u echt onderscheidt van anderen die met jongeren en kinderen werken, zijn uw didactische vaardigheden. Het aanleren van kennis en vaardigheden, dat is waar het om gaat in deze module.

    In deze module verdiept u zich in de verschillende aspecten van het lesgeven. De eerste twee hoofdstukken van de module gaan over de theorie van het lesgeven. Hier zult u meer lezen over verschillende leertheorieën en de invloed die een leertheorie heeft op het lesgeven in de praktijk. In de hoofdstukken die daarna komen leert u hoe u leerlingen tot leren kunt aanzetten. Met behulp van de theorieën van Marzano denkt u na over manieren om leerlingen tot leren te laten komen. De laatste drie hoofdstukken staan in het teken van toetsontwikkeling. U leert meer over de theoretische basis van toetsen en u begrijpt straks beter hoe u toetsen kunt gebruiken.

    De leeruitkomst van deze module kan op verschillende manieren bereikt worden, namelijk via het doorlopen van de leerweg of het direct maken van het examen, maar ook door het inbrengen van werkervaring. U hebt de mogelijkheid om een of meer beroepsproducten te gebruiken om aan te tonen dat u de moduleleeruitkomst en onderlinggende indicatoren beheerst, bijvoorbeeld door het overleggen van een groepsplan en andere gespreksverslagen die aan de eisen voldoen.

    U hebt dus twee mogelijkheden om deze module af te ronden:

    • Optie 1: U volgt de leerweg en rondt de module af met de praktijkopdrachten.
    • Optie 2: U rondt de module af met de 'Inbreng beroepsproduct(en)'.

    Denkt u dat u de leeruitkomst(en) al beheerst en dit kunt aantonen? Ga dan door naar het hoofdonderwerp ‘Inbreng beroepsproduct(en) (IBP)'. Hier vindt u de voorwaarden, richtlijnen en de stappen die u dient te doorlopen als u een beroepsproduct wilt inbrengen. Als u geen gebruik kunt of wilt maken van IBP slaat u dit hoofdonderwerp over en gaat u verder met de volgende hoofdonderwerpen in het leerpad.

  • Teaching English as a foreign language (TEFL)

    In de module Teaching English as a Foreign Language wordt verder ingegaan op de vakinhoudelijke kant van het onderwijzen in een vreemde taal. In de module wordt diepgang gegeven aan de specifieke aspecten die komen kijken bij het lesgeven van Engels als tweede taal - het lesgeven van de vier vaardigheden lezen, schrijven, spreken, luisteren en het lesgeven van andere specifieke taalonderdelen zoals cultuur, vocabulaire en grammatica. Er wordt verder ingegaan op het Europees Referentiekader, waarvan binnen de Europese Unie tegenwoordig uitgebreid gebruik van wordt gemaakt.

  • Vakdidactiek taalbeheersing

    In deze module verwerft de student kennis en vaardigheden om te kunnen differentiëren binnen zijn lessen met als doel recht te doen aan verschillen tussen leerlingen en het maximale uit leerlingen te halen. Daarnaast verwerft de student kennis en vaardigheden om ICT didactisch verantwoord in te zetten in zijn lessen met als doel het leerrendement te vergroten. De module is gericht op toepassing binnen de lessen Taalbeheersing: de taalvaardigheden lezen, schrijven en spreken en luisteren.

  • English methodology

    De leraar doet kennis op over didactiek, klassenmanagement en effectief gebruik van digitale middelen.

  • Praktijk II - LVO

    Tijdens Praktijk II ontwikkelt de student zijn vaardigheid als leraar door gedeeltelijk zelfstandig lessen te ontwerpen en verzorgen in de verschillende vakken van het tweedegraads domein, 

  • Algemeen Engels C1

    Na afronding van de module communiceer je in het Engels op C1-niveau.

  • Linguistics II

    De leraar in opleiding beheerst de inhoud van de kennisbasis Leraar Engels.

  • Literary history

    De student heeft een grondige kennis nodig van de Engelse en Amerikaanse literatuurgeschiedenis. In deze module wordt deze kennis verworven.

  • Literature II

    In de module Literature II verdiept de student zijn kennis van de Engelstalige literatuur en zijn inzicht in verschillende vormen van literatuurtheorie en –kritiek.

  • Engelse cultuur

    Bij kennis van een taal hoort ook kennis van de cultuur van het land waar die taal gesproken wordt. Engels is een wereldtaal en wordt gesproken in veel zeer diverse landen. Dat zijn natuurlijk Groot-Brittannië en de Verenigde Staten van Amerika, maar ook bijvoorbeeld Ierland, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en India.

    In deze module staan de samenleving, geschiedenis, geografie, economie en cultuur van al deze landen centraal. Daarnaast komen het Caribisch gebied en enkele andere landen en regio's waar Engels wordt gesproken ook kort aan de orde. De module biedt inzicht in de verschillen tussen culturen van de diverse Engelstalige landen, zowel onderling als in vergelijking tot Nederland.

  • Vakdidactiek literatuuronderwijs

    De student moet niet alleen voldoende inhoudelijke kennis hebben van het schoolvak dat hij onderwijst, hij moet ook weten hoe hij dit schoolvak moet onderwijzen. In deze module wordt verder ingegaan op de vakdidactiek die nodig is om het onderdeel literatuur en fictie goed te kunnen onderwijzen.

  • Fase 3
  • Leerlingenzorg II

    U gaat straks aan de slag in het voortgezet onderwijs of het mbo. U hebt kennis en vaardigheden opgedaan en bent klaar om de leerlingen te begeleiden bij hun ontwikkeling en daar al mee geoefend. In deze module verdiept u deze kennis door middel van het uitvoeren van een praktijkonderzoek. Daarbij wordt in de toetsing specifiek rekening gehouden met de door u gekozen afstudeerrichting (avo of (v)mbo) en de in deze richting spelende specifieke problematiek.

    De leeruitkomst van deze module kan op verschillende manieren bereikt worden, namelijk via het doorlopen van de leerweg of het direct maken van het examen, maar ook door het inbrengen van werkervaring. U hebt de mogelijkheid om een of meer beroepsproducten te gebruiken om aan te tonen dat u de moduleleeruitkomst en onderlinggende indicatoren beheerst, bijvoorbeeld door het overleggen van een groepsplan en andere gespreksverslagen die aan de eisen voldoen.

    U heeft dus twee mogelijkheden om deze module af te ronden:
    - Optie 1: U volgt de leerweg en rondt de module af met de praktijkopdrachten.
    - Optie 2: U rondt de module af met de 'Inbreng beroepsproduct(en)'.

    Denkt u dat u de leeruitkomst(en) al beheerst en dit kunt aantonen? Ga dan door naar het hoofdonderwerp ‘Inbreng beroepsproduct(en) (IBP)'. Hier vindt u de voorwaarden, richtlijnen en de stappen die u dient te doorlopen als u een beroepsproduct wilt inbrengen. Als u geen gebruik kunt of wilt maken van IBP slaat u dit hoofdonderwerp over en gaat u verder met de volgende hoofdonderwerpen in het leerpad.

  • Onderwijskunde III - (V)mbo

    Als docent en school maakt u deel uit van een groter verband dan de school alleen, namelijk van het totale onderwijs in een gemeente, Nederland, Europa en de wereld, en ook van de maatschappij als geheel. Eén van de doelen van onderwijs is ervoor zorgen dat kinderen en jongeren worden voorbereid op het leven en werken in de maatschappij op een manier die recht doet aan de leerlingen, maar ook aan de situatie, cultuur en omgeving waarin leerlingen straks wonen en werken. Kennis van hoe het curriculum op landelijk (of nog hoger, bijvoorbeeld Europees) niveau tot stand komt, op welke uitgangspunten dit is gebaseerd en hoe dit zich vertaalt naar de school en de klassensituatie is dus belangrijk om uw werk als leraar goed en professioneel uit te voeren. Zo ontwikkelt u zich tot gesprekspartner in de school over de inrichting en uitvoering van het curriculum als geheel en voor uw vakgebied en kunt u ook meer gefundeerd meedenken over onderwijsvernieuwingen. In dee module gaat het over het ontwerp van leeromgevingen en leerplannen. U leert u hoe een leerplan van de school tot stand komt, welke invloed u als docent daarop hebt en hoe u het schoolleerplan vervolgens vertaalt naar het werken in de klas. Daarna wordt een groot gedeelte van de module gewijd aan het lesgeven en leren met behulp van ICT, web 2.0 en social media. Een (aankomend) docent moet tenslotte effectief en efficiënt gebruik kunnen maken van de mogelijkheden die deze ontwikkelingen met zich meebrengen voor het leren en onderwijs in de klas.

  • Onderwijskunde III - Avo

    Als docent en school maakt u deel uit van een groter verband dan de school alleen, namelijk van het totale onderwijs in een gemeente, Nederland, Europa en de wereld, en ook van de maatschappij als geheel.

    Eén van de doelen van onderwijs is ervoor zorgen dat kinderen en jongeren worden voorbereid op het leven en werken in de maatschappij op een manier die recht doet aan de leerlingen, maar ook aan de situatie, cultuur en omgeving waarin leerlingen straks wonen en werken.

    Kennis van hoe het curriculum op landelijk (of nog hoger, bijvoorbeeld Europees) niveau tot stand komt, op welke uitgangspunten dit is gebaseerd en hoe dit zich vertaalt naar de school en de klassensituatie is dus belangrijk om uw werk als leraar goed en professioneel uit te voeren. Zo ontwikkelt u zich tot gesprekspartner in de school over de inrichting en uitvoering van het curriculum als geheel en voor uw vakgebied en kunt u ook meer gefundeerd meedenken over onderwijsvernieuwingen.

    In de module gaat het over het ontwerp van leeromgevingen en leerplannen. U leert hoe een leerplan van de school tot stand komt, welke invloed u als docent daarop hebt en hoe u het schoolleerplan vervolgens vertaalt naar het werken in de klas. Daarna wordt een groot gedeelte van de module gewijd aan het lesgeven en leren met behulp van ICT, web 2.0 en social media. Een (aankomend) docent moet tenslotte effectief en efficiënt gebruik kunnen maken van de mogelijkheden die deze ontwikkelingen meebrengen voor het leren en onderwijs in de klas.

  • Pedagogiek II

    Het doel van de module is de student voldoende kennis, vaardigheden en creatieve mogelijkheden op het gebied van leiderschap en klassenmanagement aan te reiken om als professionele, inspirerende docent te functioneren in het vmbo, de onderbouw van havo/vwo en in het bve-veld. In deze module vindt derhalve verdieping plaats ten aanzien van klassenmanagement en groepsdynamica, waaronder in het kader van digitaal leren en interculturaliteit. Ook komt het begeleiden van binnenschoolse praktijksimulaties en buitenschoolse praktijk(opdrachten)/werkplekleren aan de orde.
    Ten slotte wordt nader ingegaan op het leiderschap van de docent in de klas. De vaardigheden ten aanzien van klassenmanagement en professionalisering worden daardoor verdiept.

  • Engels in het beroepsonderwijs

    In de module leert de student een onderwijsprogramma ontwikkelen en uitvoeren gericht op Engels taalonderwijs binnen het beroepsonderwijs, afgestemd op de diverse sectoren: Zorg, Economie, Techniek en Landbouw waarbij hij onderzoekt hoe een balans kan worden gevonden tussen het aanleren van het generieke niveau van de Engelse taal dat de leerling moet beheersen, en de relevantie voor de toekomstige beroepspraktijk. Hierin onderzoekt de student bijvoorbeeld de verschillen en voorkeuren tussen het aanleren van grammaticale vaktaal of learning by doing.

  • Talenten en excelleren - Avo

    In de module Talenten en excelleren leert de student hoe hij leerlingen met diverse talenten in de klas kan herkennen en begeleiden. Hij leert hoe hij zijn onderwijsprogramma kan aanpassen op de behoeften van leerlingen met hoogbegaafdheid, zodat iedere leerling tot optimale ontwikkelkansen kan komen.

  • Internationalisering - Een praktijkonderzoek

    De leraar in opleiding ontwikkelt een internationale visie op een praktijkprobleem. Waar mogelijk deelt hij zijn eigen kennis en werkt hij samen met buitenlandse partners of buitenlanddeskundigen.

  • Professionalisering van de leraar

    Na afloop van de module is de student zich bewust van de rechten, plichten en beroepsethische grenzen waarmee de professionele leraar in Nederland te maken krijgt. Hij weet hoe hij zijn professionaliteit kan vergroten en zichzelf kan profileren en is in staat hiermee zijn kansen op de arbeidsmarkt positief te beïnvloeden.

  • Inleiding onderzoek doen

    Het hoofddoel van de module 'Inleiding onderzoek doen' is het aanleren van de basale vaardigheden die van toepassing zijn bij alle vormen van onderzoek in het hbo-werkveld. Deze vaardigheden zijn gerelateerd aan het verkrijgen/vergroten van onderzoekend vermogen, bestaand uit: een onderzoekende houding, het toepassen van kennis uit het onderzoek van anderen en het zelf onderzoek doen (en dit kritisch beschouwen middels evaluatie en reflectie). De student ontwikkelt een fundament waarop de diverse opleidingspecifieke onderzoeksleerlijnen verder kunnen worden voortgebouwd.

    Deze module bevat een aantal examens. Niet alle examens hoeven gedaan te worden om de module af te ronden:

    • Je brengt een beroepsopdracht in.
    • Je doorloopt alle stappen van de module met bijbehorende examens.
  • Inleiding in de psychologie

    Het hoofddoel van de module is dat je kennis en begrip verwerft over het ontstaan van de theorie en wetenschapsbeoefening van psychologie. Tijdens de module krijg je beginnend inzicht in hoe hij de principes kan toepassen in analyses van casuïstiek.

  • Inleiding recht

    Deze module Inleiding recht, een belangrijk onderdeel van de opleiding, biedt basiskennis en inzicht in de beginselen van het recht en legt daarmee een fundament voor het verdere verloop van de studie. In de module maak je kennis met de verschillende functies van het recht, de rechtsbronnen, de rechtsgebieden van het Nederlandse recht en belangrijke beginselen van het Nederlandse recht. 

  • Inleiding ICT/informatiemanagement

    In deze module staan basiskennis en inzicht in de inzet van IT-systemen in organisaties en het informatiemanagement centraal. Naast diverse bedrijfsinformatiesystemen komen ook beslissingsondersteunende systemen aan bod. Ook gaat de module in op hardware en software, telecommunicatie en netwerken en systeemontwikkelmethoden. Ontwikkelingen op het gebied van commerciële IT-oplossingen ontbreken uiteraard niet. Daarnaast komen beveiliging en ethische problemen aan de orde. Deze onderwerpen worden vanuit een business-perspectief bekeken.

  • Marketing A1

    Het vak marketing is zeer dynamisch door een economie die constant in beweging is. Door informatietechnologie (internet en social media), onlinemarketing en sterke concurrentie is er steeds meer sprake van klantgericht ondernemen. De doelstelling van deze module is het bieden van een brede basis in het vakgebied marketing.

    Er wordt een brede inleiding in het vakgebied marketing gegeven, onderwerpen zijn:

    • marketingconcept, marketingplanning en marketingstrategie
    • marketingorganisatie
    • macro- en meso-omgeving
    • marktonderzoek
    • marktsegmentatie
    • marketinginstrumenten: product, prijs, plaats en promotie
    • onlinemarketing.
  • Oriëntatie bedrijfseconomie

    Je hebt na de afronding van deze module inzicht in de basisbegrippen uit de bedrijfseconomie. Je bent na afronding in staat onderscheid te maken in verschillende soorten kosten en het opstellen van de balans en resultatenrekening van een organisatie. Je kunt kostprijzen opstellen en je hebt kennis van de financiering van een organisatie.

  • Taalkunde I

    De student integreert en past de opgedane kennis en vaardigheden van de tot nu toe gevolgde modules toe bij de uitwerking van de stageopdracht.

  • Literatuur en fictie I

    Deze module laat je kennismaken met fictiegenres, hun kenmerken en de mogelijkheden binnen de lespraktijk. Je leert zelfstandig analyseren, interpreteren, beoordelen en beargumenteren van literaire werken om toegerust te zijn voor de fictielessen in het onderwijs van het tweedegraadsveld. Daarnaast leer je de lessen fictie aantrekkelijk, vormend en leerzaam in te richten in de praktijk.  

  • Literatuurgeschiedenis

    Het hoofddoel van de module is de student te voorzien van een theoretische kennisbasis van de Nederlandse literatuurgeschiedenis, zodat de student de literatuur van middeleeuwen tot heden herkent en op basis daarvan literatuurlessen kan geven, waarbij hij/zij de actualiteit in verband brengt met historische werken.

  • Taal in het beroepsonderwijs (v)mbo

    In de module leert de student een onderwijsprogramma analyseren, ontwikkelen en uitvoeren gericht op Nederlands taalonderwijs binnen het beroepsonderwijs, afgestemd op de diverse sectoren: Zorg, Economie, Techniek en Landbouw. Daarbij werkt hij samen met collega’s binnen en buiten de sector Nederlands om het taalonderwijs af te stemmen op de behoeften van de sectoren en passend bij de eisen vanuit de referentieniveaus.

    Meer specifiek leert de student welke onderdelen van de kennisbasis Nederlands van toepassing zijn binnen de vier sectoren beroepsonderwijs en welke basisvaardigheden de leerlingen nodig hebben. Ook leert hij welke plaats en rol de Nederlandse taal in het beroepsonderwijs (vmbo en mbo) speelt binnen de sectoren. Verder leert de student hoe de docent Nederlands een rol kan spelen bij het taalonderwijs op school, bij het vakgericht taalonderwijs en bij het afstemmen van de lessen Nederlands op de specifieke behoeften binnen de sector(en) waarin hij werkt.

  • Rekendidactiek

    De student verwerft en consolideert eigen vaardigheid met betrekking tot aantallen, hele en gebroken getallen. Hij/zij kan deze structureren en er bewerkingen mee uitvoeren. Hij/zij kan er zowel in formele als praktische situaties de vereiste berekeningen mee uitvoeren. Hij/zij kent verschillende notaties en schrijfwijzen van getallen, gebruikt adequate eenheden en plaatst ze in hun onderling rekenkundig verband. Dat alles demonstreert de student op het referentieniveau 3S en hoger.

  • Fase 4
  • Praktijk III - Lio LVO

    Tijdens de praktijk III-lio-stage werkt de student toe naar startbekwaam niveau. Tijdens deze laatste praktijkmodule zal de student zelfstandig voor de groep staan en als volwaardig collega en leraar aan de slag gaan.

  • Afstudeeropdracht Lerarenopleiding

    De belangrijkste doelstellingen bij het uitvoeren van het praktijkonderzoek van de Lerarenopleiding zijn:

    • (Nader) kennismaken met de praktische beroepsuitoefening en het (toekomstige) beroep.
    • Het in praktijk brengen van theoretische kennis.
    • (Verder) ontwikkelen van een correcte beroepshouding.
    • Aantonen dat de student aan het eind van de studie beschikt over theoretische kennis op voldoende niveau.
    • Aantonen dat de student verbanden kan leggen tussen praktijksituaties of -problemen en de verworven kennis.
    • Aantonen dat de student zelfstandig een les kan geven die inhoudelijk en qua niveau voldoet aan de gedefinieerde eindtermen.
    • (Verder) ontwikkelen van sociale en communicatieve vaardigheden onder meer door samenwerking in groepsverband.
    • Aantonen dat de student over voldoende praktische kennis beschikt met betrekking tot de administratieve aspecten van het beroep.

    Daarnaast dient de student tijdens uitvoering van de Afstudeeropdracht HBO Lerarenopleiding de volgende bekwaamheden te ontwikkelen:

    • Resultaatgerichtheid, in termen van een proactieve en conatieve instelling, het nemen en onderkennen van risico’s en verantwoordelijkheid en het tonen van initiatief.
    • Communicatieve vaardigheden, in termen van omgang met leerlingen en mededocenten.
    • Zelfkennis, in termen van kennis over de eigen sterke en zwakke persoonlijkheidsaspecten en hoe deze het functioneren beïnvloeden.
    • Zelfregulatie, in termen van het kunnen sturen van het eigen gedrag, oriënteren, plannen, bewaken, toetsen en evalueren.
    • Reflectie, in termen van reflectie ter plaatse en in actie leidt tot inzicht in praktijksituaties die uniek, complex, diffuus of conflictueus zijn.

Drie praktijkperiodes

Het werkveld speelt een belangrijke rol in deze tweedegraads lerarenopleiding. Bij iedere fase van je studie hoort een praktijkperiode (stage). In deze periode pas je je kennis toe en doe je praktijkervaring op. Je kunt er voor kiezen een dag in de week stage te gaan lopen, of juist een kortere intensieve periode. Als je al ervaring hebt in het onderwijs kun je de praktijkperiodes misschien wel heel snel afronden. Heb je juist meer tijd nodig nodig hebt om alle vaardigheden onder de knie te krijgen? Geen probleem!

Het is dus van belang dat je vanaf het eind van het eerste leerjaar in ieder geval een werkplek hebt op een school voor voortgezet onderwijs, een MBO- of een vakcollege. Werk je al op een school, dan kun je vaak op je eigen werkplek je praktijkperiodes doorlopen. De praktijk speelt niet alleen een belangrijke rol in de praktijkmodules, maar ook in andere modules. Je moet bijvoorbeeld observaties doen, voorbeelden uit de praktijk beschrijven of op school in onderwijsmethodes kijken. Het is daarom belangrijk dat je ook naast de praktijkperiodes over een praktijkomgeving kunt beschikken.

Het hoofddoel van de HBO-bachelor Lerarenopleiding talen van LOI Hogeschool is om je op te leiden tot tweedegraads docent en om je bevoegd te maken om les te geven in het VMBO, aan de eerste drie klassen van HAVO en VWO en in het BVE-veld (beroeps- en volwasseneneducatie). Elke onderwijsinstelling waar je stage loopt, moet een onderwijsinstelling zijn binnen een van deze sectoren. Deze instelling moet bovendien als voldoende beoordeeld zijn door de Inspectie van het Onderwijs.

Om ook in de praktijk een goed beeld te krijgen van de verschillende schoolsoorten waar je na de opleiding kunt lesgeven en om na de hoofdfase een goede keuze te kunnen maken voor je afstudeerrichting, kies je in de propedeuse bij voorkeur een stageschool van een andere schoolsoort dan de soort die je zelf als leerling kent. Wanneer je zelf bijvoorbeeld een HAVO-opleiding hebt gevolgd, kies je in de propedeuse een (V)MBO-school als stageschool. In de praktijkmodules zul je ook gevraagd worden onderzoek (in de vorm van observaties) te doen binnen een andere schoolsoort dan jouw praktijkplek.

Beoordeling tijdens de praktijkperiode

Tijdens de hoofdfase en de afstudeerfase brengt de stagedocent een bezoek aan de werkplek om een praktijkexamen af te nemen. Tijdens het bezoek wordt bovendien de afgelopen praktijkperiode geëvalueerd en worden afspraken gemaakt over de resterende praktijkperiode.

Vrijstelling voor de stage

Het is mogelijk om vrijstelling te verkrijgen voor bepaalde onderdelen van de stage op basis van eerder behaalde diploma's. Een uitzondering hierop is de LIO-stage. Deze wordt in geen geval volledig vrijgesteld. Wel kan de LIO-stage aanzienlijk verkort worden wanneer je aan de daarvoor gestelde eisen voldoet. Om in aanmerking te komen voor verkorting van de LIO-stage, moet je minimaal voldoen aan de volgende eisen:

  • je bent bevoegd leraar in een ander vak
  • je hebt meer dan vijf jaar leservaring
  • je bent op het moment van aanvraag officieel als leraar aangesteld
  • je hebt aanstelling van meer dan 0,4 fte
  • je kunt een positieve werkgeversverklaring afgeven

Daarnaast heb je aantoonbaar brede ervaring opgedaan als leraar en heb je je pedagogische, didactische en professionele vaardigheden bijgehouden in de loop der tijd.

Op basis van bovenstaande wordt bepaald met hoeveel uren/opdrachten je stage kan worden verkort. Je kunt verkorting van de LIO-stage pas aanvragen als je tijdens de opleiding aan de stage toe bent. 

Examens en diploma

Examens

Elke module wordt afgerond met inzendopgaven en/of een examen. Aan het afleggen van examens zijn meestal kosten verbonden. In het kader van de stagemodules moeten diverse praktijkopdrachten worden uitgevoerd en leg je gedurende de opleiding een digitaal portfolio aan. De opleiding als geheel wordt afgesloten met een afstudeeropdracht.

Kijk voor de examenkosten bij Studieduur en kosten.

Modules afronden met een beroepsproduct

Bij veel modules uit deze opleiding kun je ook kiezen voor afronding met validering van een beroepsproduct. Dat betekent dat je met een product uit je eigen werksituatie aan kunt tonen dat je de leeruitkomst van een module (dat wat je moet weten en kunnen) beheerst. Je hoeft in dat geval geen ander examen te doen of een extra praktijkopdracht uit te voeren. En dat scheelt je veel tijd! Meer informatie hierover vind je tijdens je opleiding in de online leeromgeving LOI Campus.

Portfolio

Je legt vanaf het begin van de opleiding een online portfolio aan, waarin je reflecteert op het leerproces en waarmee je je professionele ontwikkeling aantoont. Het portfolio is te vinden op LOI Campus, de online leeromgeving van de LOI.

Afstuderen

Aan het eind van deze HBO-bacheloropleiding voer je een afstudeeropdracht uit. De finale van je studie! Het spreekt dan ook voor zich dat je daarbij kunt rekenen op intensieve begeleiding van de docenten.

De afstudeeropdracht bestaat uit een combinatie van literatuuronderzoek en praktijkonderzoek. Het is de bedoeling dat de afstudeeropdracht wordt uitgevoerd in een voor de opleiding relevante werkomgeving. Vaak kan dit je eigen werkplek zijn, of een andere afdeling binnen de organisatie waar je werkt.

Diploma en vervolgopleiding

Na het afronden van de bacheloropleiding HBO Lerarenopleiding Talen – specialisatie Engels heb je een internationaal erkend bachelorgetuigschrift behaald waarmee je de titel Bachelor of Education mag voeren.

De opleiding HBO-bachelor Lerarenopleiding Talen – specialisatie Engels is NVAO-geaccrediteerd. Een garantie voor kwaliteit en (h)erkenning van het diploma in binnen- én buitenland. Het diploma heeft dan ook een hoge waarde op de arbeidsmarkt.

Deze opleiding is als deeltijdopleiding opgenomen in RIO (Registratie Instellingen en Opleidingen, voorheen CROHO) onder nummer 30116.

Alle voordelen in 90 sec.

De kwaliteitsgarantie van LOI Hogeschool

Je studeert om iets te bereiken. Dan wil je wel zeker weten dat je een opleiding volgt van hoge kwaliteit. Bij LOI Hogeschool krijg je die garantie.

Kwaliteit staat bij ons voorop. Al onze HBO-bacheloropleidingen, HBO-masteropleidingen en Associate degrees zijn geaccrediteerd door de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). Hét bewijs dat zij voldoen aan strenge kwaliteitseisen. Bovendien zijn aan LOI Hogeschool verschillende lectoren verbonden. Zij onderhouden een (internationaal) kennisnetwerk zodat de opleiding gegarandeerd aansluit bij de nationale én internationale arbeidsmarkt. Na afloop van de opleiding heb je dan ook een diploma op zak waarmee werkgevers je graag zien komen.

NVAO geaccrediteerde opleiding DUO logo

Onze lectoren

Aan LOI Hogeschool zijn, naast alle onderwijsprofessionals, verschillende lectoren verbonden. Gepromoveerde academici met uitgebreide ervaring in het bedrijfsleven en in het doen van onderzoek. Ook beschikken zij over een groot relevant netwerk in de onderzoekswereld en de beroepspraktijk.

De lectoren leggen de verbinding tussen onderzoek, onderwijs en arbeidsmarkt. Ook verrichten zij (praktijkgericht) onderzoek t.b.v. de opleidingen van LOI Hogeschool. Daarbij ligt de focus op kennisvermeerdering en innovatie.

 

Daarom kies je voor LOI Hogeschool

  • Maximale flexibiliteit, jij als student staat centraal.
  • Voorkennis of ervaring? De opleiding past zich aan jóú aan.
  • Begeleiding van start tot diploma, docenten uit het werkveld.
  • Op alle fronten erkend, behaal een waardevol diploma.
  • Breed aanbod, altijd de juiste opleiding voor jouw ambitie.

Lees meer

NVAO-accreditatie

De NVAO-accreditatie is het hoogst haalbare kwaliteitskeurmerk voor hoger onderwijs en dé garantie dat je opleiding voldoet aan alle kwaliteitseisen, perfect aansluit op de arbeidsmarkt en internationaal erkend is. Bovendien is de NVAO-accreditatie een voorwaarde om erkende bachelor- en Ad-getuigschriften te mogen uitgeven.

De Nederlands-Vlaamse Accreditatie organisatie (NVAO) is een onafhankelijke overheidsorganisatie die de kwaliteit van het hoger onderwijs bewaakt.

Studiemethode en begeleiding

Online

Bij LOI studeer je volledig op jouw manier: waar, wanneer en hoe snel je wilt. Door flexibel online studeren kun je je opleiding gemakkelijk combineren met werk en privé. Je krijgt begeleiding van ervaren docenten die altijd voor je klaar staan.

In de persoonlijke online leeromgeving, LOI Campus, volg je gemakkelijk je voortgang. Je hebt direct contact met docenten en medestudenten en je vindt er handige online tools die je helpen om slim en doelgericht te studeren.

  • Starten kan iedere dag.
  • Studeer waar, wanneer en hoe snel je wilt.
  • Altijd online begeleiding door ervaren docenten.
  • Overzicht en houvast met LOI Campus.
  • Optimaal te combineren met werk en privé. 

Studeren vanuit het buitenland

Ook vanuit het buitenland kun je zonder problemen aan de slag. Contact met docenten en medestudenten loopt gewoon via internet. Houd er wel rekening mee dat de meeste examens alleen in Nederland plaatsvinden (flexibele examens deels ook in Paramaribo en Willemstad).

Ook eventuele fysieke contact- of praktijkdagen worden uitsluitend in Nederland georganiseerd. Deze zijn soms verplicht, maar de data worden altijd ruim op tijd bekendgemaakt, zodat je je reis goed kunt plannen.

Kijk voor meer informatie bij de veelgestelde vragen.

Leren van professionals met veel ervaring

Je krijgt altijd online begeleiding. Onze docenten hebben ruime ervaring in vakgebied van je opleiding. Zij weten precies wat er in de praktijk belangrijk is en gebruiken die kennis om jou te begeleiden..

Studieduur en kosten

Studieduur

  • Wettelijke studieduur: 4 jaar (ook sneller af te ronden).
  • Kosteloos te verlengen tot 6 jaar.
  • Sneller afronden mogelijk met een hoger studietempo of door vrijstellingen.

Kostenoverzicht ontvangen?

  • Ideaal bij het gesprek met je werkgever.
  • Alle kosten overzichtelijk bij elkaar.
  • Handig bij je studiekeuze.
Nu aanvragen

Kosten

Omschrijving Bedrag
Collegegeld Online 48 x € 259,00
Examengeld LOI 48 x € 99,00
Inschrijfkosten en dossiervorming € 75,00 (éénmalig)
Let op: houd rekening met een uitgave van ongeveer € 440,00 t.b.v. diplomering (afgenomen door externe exameninstanties)

Betaalopties LOI

  • Betaling per maand
  • Betaling in één keer of per jaar (met 3% korting)

Goed om te weten

  • Langer studeren zonder extra kosten.
  • Alle lesmaterialen inbegrepen.
  • Binnen 14 dagen kosteloos te annuleren.
  • Geen tussentijdse prijswijzigingen.
  • Eventuele herexamens worden apart in rekening gebracht.

Betaalt je werkgever?

  • Veel werkgevers betalen (een deel van) de opleidingskosten.
  • Check of je een opleidingsbudget hebt (meestal € 750,- tot € 1200,-).
  • Is de opleiding wettelijk verplicht? Dan moet je werkgever betalen.
  • Geef op het inschrijfformulier aan of je werkgever de opleiding betaalt.

Informatie voor werkgevers

Levenlanglerenkrediet: voordelig lenen voor je studie

Iedereen tot 57 jaar kan tegen zeer gunstige voorwaarden geld lenen voor de financiering van een studie. Deze studiefinanciering voor volwassenen kan o.a. gebruikt worden voor alle HBO-bacheloropleidingen en Associate degrees van LOI Hogeschool. Je kunt een bedrag lenen tot maximaal de hoogte van het te betalen collegegeld, met een maximum van € 13.005,- (studiejaar 2025-2026). Als er literatuur is inbegrepen, wordt dit afgetrokken van het te lenen bedrag. Meer informatie en de voorwaarden vind je hier.

Veelgestelde vragen

Kan mijn werkgever de opleiding betalen?

Ja! Veel werkgevers zijn bereid om (een deel van) je opleiding te betalen of bieden een persoonlijk opleidingsbudget. Bespreek de mogelijkheden met je leidinggevende of de HR-afdeling! Betaalt je werkgever je opleiding? Geef dit dan aan op het inschrijfformulier.

Hoeveel verdien je als leraar Engels?

Als leraar in het voortgezet onderwijs kun je rekenen op een prima salaris. Je valt onder de cao voortgezet onderwijs. Afhankelijk van de schaal en trede, verdien je tussen de € 4.000,- en € 8.300,- bruto per maand bij een fulltime aanstelling. Deze bedragen zijn inclusief vakantiegeld, eindejaarsuitkering en toeslagen.

Wat is een tweedegraads Engels docent?

Een tweedegraads Engels docent is iemand die Engels mag geven aan leerlingen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Na deze opleiding ben je bevoegd om les te geven aan het VMBO, de eerste drie klassen van de HAVO en het VWO en het BVE-veld (beroeps- en volwasseneneducatie).

Hoe lang duurt de opleiding docent Engels?

De wettelijke studieduur van deze opleiding tot docent Engels is vier jaar (240 studiepunten). Bij LOI Hogeschool kun je echter in je eigen tempo studeren. Dit betekent dat je de opleiding ook sneller af mag ronden of er juist langer over mag doen (tot een maximum van zes jaar). Je betaalt altijd maar vier jaar collegegeld, ook als je langer over de opleiding doet.

Kostenoverzicht

De getoonde kosten zijn inclusief:

  • Collegegeld en lesmateriaal
  • LOI-examenkosten
  • Eénmalig inschrijfgeld

Kostenberekening per

Collegegeld Online 48 x € 259,00

Examengeld LOI 48 x € 4.752,00

Inschrijfgeld* € 75,00

Kostenoverzicht ontvangen

* Te voldoen in de eerste termijn