De opleiding bestaat uit de volgende modules.
Methodisch werken
Als verzorgende werk je nauw samen met collega’s uit je eigen en uit andere disciplines. Het is van belang dat je hierbij gestructureerd en planmatig te werk gaat. Die vaardigheid doe je op in de module Methodisch werken. Je leert systematisch gegevens verzamelen en een zorgplan maken met een samenhang van problemen, oorzaken, doelen en acties. Ook is er aandacht voor het plannen van de eigen werkzaamheden.
Communiceren en gesprekken voeren
Wie werkt als verzorgende heeft continu met mensen te maken. Het is dan ook van groot belang om goede communicatieve vaardigheden te hebben. In de module Communiceren en gesprekken voeren leer je o.a. over verschillende soorten gesprekken, inlevingsvermogen, coachen, feedback geven en ontvangen, stimuleren en motiveren.
Eigen regie
Deze module behandelt de vraag hoe je zorg kunt leveren, terwijl je de zorgvrager en diens naastbetrokkenen stimuleert zelf de regie te behouden. Onderwerpen die aan bod komen, zijn o.a. het aangaan van een professionele zorgrelatie, aansluiting bij de levenssfeer en leefpatronen van de zorgvrager, ondersteuning bij de organisatie, planning en uitvoering van het wonen en de huishouding en kennis van financiën en administratie. Ook is er aandacht voor het ondersteunen bij social media en internet en het ondersteunen bij praktische zaken en een zinvolle dagbesteding.
Anatomie, fysiologie, pathologie
In deze module doe je basiskennis op van de menselijke anatomie, fysiologie en pathologie. Ook worden de meest voorkomend ziektebeelden besproken. Je bent na afronding van deze module in staat om gedragsveranderingen die horen bij ziektebeelden te herkennen en hier adequaat op te reageren en de juiste begeleiding te bieden aan je cliënt.
Basiszorg
De module Basiszorg leert je de totale basiszorg aan een zorgvrager verlenen. Zo is er aandacht voor persoonlijke verzorging, mondverzorging, hulp bij aan- en uitkleden, observeren van huid, houding en uitscheiding, vochtbalans, het bijhouden voeding en vochtlijst, tiltechnieken, vitale functies, het slaap-waakritme en EHBO bij verwondingen, vergiftigingen, verstikking, verslikken, ademstilstand en circulatiestilstand.
Verpleegtechnische vaardigheden
De meest voorkomende verpleegtechnische handelingen komen in deze module uitgebreid aan bod. Zo leer je o.a. over verpleegkundig rekenen, het juist inzetten van materialen en middelen, medicijnen checken, controle op inname, zwachteltechniek, het toedienen van sondevoeding, het verzorgen van rode en gele wonden en het hanteren van een insuline-pen.
Begeleiding en advisering (inclusief KNMG-meldcode)
In deze module leer je gestructureerd voorlichting, advies en instructie geven aan je cliënt en diens naastbetrokkenen. Onderwerpen die aan de orde komen, zijn o.a. een gezonde leefstijl, verlies en rouwverwerking, eenzaamheidsproblematiek, preventie, presentatietechnieken, conflicthantering, crisisinterventie en agressie. Ook de KNMG-meldcode wordt uitgebreid behandeld.
Deskundigheidsbevordering
De zorg verandert continu. Als verzorgende moet je dan ook zorgen dat je je eigen deskundigheid op peil houdt. In deze module wordt o.a. ingegaan op vakliteratuur, bijscholing, het gebruiken van feedback om een pop/pap te maken, ethiek, het overdragen van eigen kennis en expertise, het geven van een klinische les, leerlingen begeleiden en beoordelen en actuele wet- en regelgeving m.b.t. de beroepsgroep.
Kwaliteitszorg en het beroep
Deze module gaat in op het beoordelen, bewaken en verbeteren van de eigen kwaliteit. Ook de samenwerking met andere disciplines komt aan bod. Zo is er o.a. aandacht voor werkvelden en doelgroepen, taken en rollen van andere disciplines, het afstemmen van werkzaamheden, beroepshouding, normen van verantwoorde zorg, wet- en regelgeving en het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling van de beroepsuitoefening.
Werken met groepen binnen de gehandicaptenzorg
Deze module gaat in op het werken met groepen, het onderhouden van sociale netwerken en het meedenken over en aanbieden van een zinvolle dagbesteding. Je leert o.a. over ondersteuning bij maatschappelijke participatie en welbevinden, het stimuleren van een passende dagbesteding, het samenwonen in groepsverband, gezamenlijke maaltijden, groepsactiviteiten, het creëren van een prettige leefomgeving, groepsdynamica, omgaan met conflicten en omgaan met verschillen in culturen en achtergrond.
Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking
Deze module leert je om specifieke ondersteuning te bieden aan een cliënt met een verstandelijke beperking en daarbij rekening te houden met de specifieke kenmerken. Onderwerpen die aan bod komen, zijn o.a. hersenletsel, syndroom van Down, gedragsproblematiek, autisme, hechtingsproblematiek, epilepsie, autonomie en empowerment, stemmingswisselingen, signaleringsplannen en het bepalen van de ondersteuningsbehoefte.
Communiceren met mensen met een verstandelijke beperking
In deze module wordt ingegaan op de communicatieproblemen waar je mee te maken kunt krijgen bij het werken het werken met mensen met een verstandelijke beperking. Daarbij is o.a. aandacht voor verschillende interventietechnieken, het leren omgaan met mogelijkheden en beperkingen, samenwerken met naastbetrokkenen, het structureel evalueren van de cliënt, communicatiemogelijkheden, middelen en technieken en communicatie bij verschillende niveaus van verstandelijke beperking.