De cursus Werken met mensen met niet-aangeboren hersenletsel bestaat uit verschillende onderdelen.
Disharmonisch profiel en ongeremd gedrag
Tijdens dit onderdeel leer je een relatie leggen tussen het gedrag van de NAH- cliënt en het hersenletsel, hierbij maak je onderscheid tussen de cliënt als persoon en zijn of haar gedrag. Verder leer je meer over het beschrijven van cognitieve problemen die kunnen ontstaan na niet-aangeboren hersenletsel en je leert de betekenis van een disharmonisch profiel (kloof tussen verbaal en handelingsgericht) duiden.
Eigen regie, grenzen en ziekte-inzicht
Je leert beschrijven hoe je de NAH-cliënt in zijn of haar waarde laat, zoveel mogelijk de eigen regie laat voeren en hoe je de eigen regie kan ondersteunen waarbij je rekening houdt met het ziekte-inzicht van de cliënt. Verder leer je signaleren wanneer de NAH-cliënt over zijn of haar eigen grenzen gaat en hoe je dit kan rapporteren aan collega’s.
Omgaan met mensen met niet-aangeboren hersenletsel
Je leert vanuit een open houding een professionele band met een NAH-cliënt opbouwen en je leert de NAH-cliënt en diens naasten begeleiden en ondersteunen van uit een professionele houding, maar met betrokkenheid en empathie. Verder leer je hoe je kan voorkomen dat de NAH-cliënt zijn of haar eigen grenzen overschrijdt en je leert ontremd gedrag signaleren en aangeven hoe je hierop adequaat kan reageren.
Informeren en adviseren: hoe doe je dat?
Je leert hoe je de NAH- cliënt informeert over zijn of haar mogelijkheden, je leert signaleren wanneer de NAH-cliënt over zijn of haar eigen grenzen gaat en hoe je dit kunt rapporteren aan collega’s. Daarnaast kun je na afloop van dit onderdeel de cliënt en diens naasten informeren over het gedrag van de cliënt in relatie tot niet-aangeboren hersenletsel en adviseren over hoe met bepaald (bijvoorbeeld ontremd) gedrag van de cliënt kan worden omgegaan.
Signaleren en rapporteren
Je leert veranderingen bij de NAH-cliënt benoemen en aangeven hoe de ondersteuning eventueel moet worden aangepast. Verder kun je na afloop de NAH-cliënt in verschillende situaties observeren en leer je dit vastleggen in het dossier en delen met collega’s en andere disciplines. Daarnaast leer je risicovolle situaties herkennen, leer je hiermee omgaan en de situaties beschrijven zodat je ze met collega’s kunt delen.
Wensen en behoeften van mensen met NAH
Je leert de NAH-cliënt helpen verwoorden wat zijn of haar behoeften en wensen zijn in relatie tot haalbaarheid. Daarnaast leer je de NAH-cliënt ondersteunen bij het ontdekken wat zijn/haar mogelijkheden zijn aan de hand van 11 tips voor een helder keukentafelgesprek.
Invloed van NAH op leefgebieden
In dit onderdeel leer je wat de NAH-cliënt kan rondom de verschillende leefgebieden inventariseren.
Ondersteunen van mensen met NAH
Je leert per situatie/moment het belang benoemen van wat de NAH-cliënt kan. Daarnaast leer je de mogelijkheden van een NAH-cliënt op een specifiek moment inschatten, hem of haar passend ondersteunen en verdere ontwikkeling stimuleren.
Het belang van structuur en creëren van randvoorwaarden
Je leert het belang van structuur voor de NAH-cliënt benoemen en kan de cliënt hierin ondersteunen. Verder leer je randvoorwaarden benoemen en scheppen om verdere ontwikkeling van de NAH-cliënt te bevorderen.
Evalueren, doelen (bij)stellen en rapportage
Tijdens dit deel leer je de ondersteuningsbehoefte van de NAH-cliënt en werkzaamheden tijdig afstemmen met collega’s. Ook leer je zorgverlening evalueren met de NAH-cliënt en diens naasten en kun je op basis hiervan samen met hen eventuele nieuwe doelen formuleren. Verder leer je eventuele nieuwe doelen van de NAH-cliënt in en na overleg met collega’s vastleggen in het zorgdossier en kun je na afloop informatie over de situatie, mogelijkheden en beperkingen van de NAH–cliënt verzamelen en interpreteren en dit delen met het multidisciplinaire team.