| Modules die voor iedere MBO-opleiding op dit niveau gelijk zijn: |
|
| Loopbaan en BurgerschapLoopbaan en Burgerschap
Deze module bestaat uit twee delen. In het deel Burgerschap leer je over een aantal belangrijke onderdelen van de Nederlandse samenleving. Onderwerpen die aan bod komen, zijn o.a. de Nederlandse politiek, mens en arbeid, de burger als consument en vitaal burgerschap.
Het deel Loopbaan draait om jou als professional. Je krijgt meer zicht op je kwaliteiten, mogelijkheden en de reden om een bepaalde keuze te maken. Ook onderzoek je wat voor baan bij jou past en hoe je zelf invloed kunt hebben op je loopbaan. Verder komt het opbouwen van een (professioneel) netwerk aan bod.
|
|
Rekenen niveau 2Rekenen niveau 2
In deze module leer je rekenen op MBO 2-niveau. De volgende onderwerpen komen aan bod:
- grootheden en eenheden
- oriëntatie in de twee en driedimensionale wereld
- verhoudingen herkennen en gebruiken
- procenten gebruiken
- omgaan met kwantitatieve informatie
|
|
| Nederlands 2FNederlands 2F
Deze module brengt je mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid op niveau 2F, het niveau dat hoort bij een MBO 2 of 3-opleiding. Je werkt aan je mondelinge taalvaardigheid, leesvaardigheid, schrijfvaardigheid en luistervaardigheid. Ook is er aandacht voor taalverzorging en taalbeschouwing.
|
|
| Specifieke modules voor deze opleiding: |
|
| Communicatie en sociale vaardighedenCommunicatie en sociale vaardigheden
In deze module werk je aan de ontwikkeling van je communicatieve en sociale vaardigheden. Je leert bijvoorbeeld gesprekstechnieken toepassen, overleggen, feedback geven en ontvangen, omgaan met weerstand en omgaan met grensoverschrijdend gedrag. Ook leer je over groepsprocessen en versterk je je persoonlijke effectiviteit.
|
|
| Werken in zorg en welzijnWerken in zorg en welzijn
Je maakt kennis met het beroep en de omgeving waarin je als helpende werkt. Zo maak je kennis met de verschillende doelgroepen en leer je over de leefstijl van cliënten. Ook leer je over de materialen en middelen waarmee je werkt en is er aandacht voor de beroepscode en de geldende wet- en regelgeving.
|
|
| Zorgverlening en begeleidingZorgverlening en begeleiding
In deze module leer je de basisprincipes van zorgverlening aan cliënten. Ook leer je hoe je cliënten en naastbetrokkenen kunt begeleiden en hoe je hun zelfredzaamheid kunt stimuleren. Onderwerpen die aan bod komen, zijn o.a. het achterhalen van de behoeften en wensen van de cliënt, risico’s en veiligheid en het waarnemen en observeren van emoties.
|
|
| Plannen van werk en zorgPlannen van werk en zorg
Je leert een werkplanning maken en uitvoeren. Ook leer je werken volgens procedures en voorschriften. Wat is bijvoorbeeld methodisch werken? Welke soorten planningen zijn er? En wat moet je allemaal regelen en voorbereiden bij een werkplanning?
|
|
| Computervaardigheden voor de helpende zorg en welzijnComputervaardigheden voor de helpende zorg en welzijn
Je doet basisvaardigheden op in het gebruik van computers. Zo is er bijvoorbeeld aandacht voor het gebruik van internet en sociale media, het digitaal registreren en verwerken van gegevens en voor systemen voor documentbeheer.
|
|
| Apparatuur, gebruik en onderhoudApparatuur, gebruik en onderhoud
In deze module leer je welke hulpmiddelen en apparatuur gebruikt kunnen worden bij je werkzaamheden. Ook leer je eenvoudige reparaties uitvoeren en is er aandacht voor het onderhoud van apparaten.
|
|
| Hygiëne en veilig werkenHygiëne en veilig werken
Veilig en hygiënisch werken is essentieel. In deze module leer je situaties inschatten en onveilige situaties herkennen en opheffen. Ook leer je over veiligheidsnormen en -voorschriften. Tot slot is er aandacht voor opruimen en schoonmaken en voor het bereiden van dranken en eten.
|
|
| Administratie en voorraadAdministratie en voorraad
Je leert administratieve werkzaamheden uitvoeren en voorraden beheren.
|
|
| VoedingsleerVoedingsleer
In deze module leer je over voeding en voedingspatronen, Wat is bijvoorbeeld gezonde voeding? Welke voedingsstoffen heeft iemand nodig? En hoe kun je levensmiddelen op een verantwoorde manier bereiden en bewaren? Ook is er aandacht voor een aantal veelvoorkomende diëten.
|
|
| Medische kennisMedische kennis
In deze module doe je de medische basiskennis op die je in je werk nodig hebt. Je leert over het menselijk lichaam en over de belangrijkste aandoeningen en ziektebeelden die je in je werk kunt tegenkomen. Zo is er bijvoorbeeld aandacht voor infectieziekten, het hart, het bewegingsapparaat, het zenuwstelsel en dementie. Ook leer je over beperkingen, stoornissen en aandoeningen. Tot slot leer je veranderingen bij je cliënt herkennen op het gebied van welbevinden, gezondheidstoestand en ondersteuningsbehoefte.
|
|
| Hulp bij persoonlijke zorg en ADLHulp bij persoonlijke zorg en ADL
Je leert de lichamelijke verzorging van een cliënt op professionele wijze uitvoeren. Zo leer je hoe je iemand kunt helpen bij aan- en uitkleden, toiletgang, uiterlijke verzorging, bewegen en verplaatsen, eten en drinken.
|
|
| Hulp bij wonen en huishoudenHulp bij wonen en huishouden
In deze module doe je de vaardigheden op om voor je cliënt een schone en functionele leefomgeving te creëren. Onderwerpen die aan bod komen, zijn o.a. opruimen en schoonmaken, de was doen, boodschappen doen, maaltijden verzorgen, ruimtes inrichten en werken volgens het zorgplan.
|
|
| Hulp bij sociale activiteitenHulp bij sociale activiteiten
Je leert hoe je een bijdrage kunt leveren aan de voorbereiding en uitvoering van sociale activiteiten en hoe je je cliënt kunt stimuleren om hieraan deel te nemen. Daarbij maak je kennis met diverse typen sociale activiteiten en met een activiteitenplan/-programma.
|
|
KeuzedelenKeuzedelen
De keuzedelen bieden een verbreding of verdieping van je kennis en maken het mogelijk om je opleiding nog beter aan te laten sluiten bij je wensen en interesses. Zo volg je bijvoorbeeld modules die aansluiten bij de vervolgopleiding die je wilt volgen of die je een voorsprong geven voor als je straks gaat solliciteren. Een overzicht van de beschikbare keuzedelen bij jouw opleiding vind je hier.
|
|
| Nederlands 3FNederlands 3F
Je brengt je kennis van en vaardigheid in het Nederlands op het niveau. 3F. Daarbij ligt de nadruk op toepassing van het Nederlands.
|
|
| Rekenen niveau 3Rekenen niveau 3
Dit keuzedeel breng je kennis en vaardigheden op rekengebied op het niveau 3. Daarbij ligt de nadruk op toepassing van je rekenvaardigheid.
|
|
| Lean en creatiefLean en creatief
Lean en creatief werken draait om toekomstgericht en (pro)actief handelen in een snel veranderende omgeving. Dit keuzedeel biedt je de mindset en toolset die je hiervoor nodig hebt. Je leer bijvoorbeeld een heldere (klant)vraag formulieren, kritisch kijken naar de effectiviteit van (bedrijfs)processen, creatieve en innovatieve oplossingen en verbeteringen verzinnen en je ideeën op overtuigende wijze presenteren.
|
|
| Internationaal I: Bewustzijn (interculturele) diversiteitInternationaal I: Bewustzijn (interculturele) diversiteit
We leven en werken samen met mensen uit allerlei culturen. Dit keuzedeel leert je goed omgaan met culturele diversiteit tussen mensen. Je wordt je bewust van verschillen in bv. omgangsvormen en communicatie.
|
|
