De opleiding koppelt een uitgebreide schriftelijk-theoretische instructie, aangevuld met contactonderwijs aan een praktisch leerjaar. Dit eerste leerjaar legt een belangrijke basis die nodig is om het vak uit te kunnen oefenen.
Contactonderwijs
In het eerste leerjaar worden vijf contactdagen georganiseerd. Tijdens deze dagen wordt onder andere aandacht besteed aan sociale vaardigheden, beroepshouding, patiëntenvoorlichting, werking van het hart, registratie van ECG's en ritmegeleidingsstoornissen. Meer informatie over deze contactdagen vind je op LOI Campus.
Praktische opleiding
De opleiding bestaat, naast theorievakken, voor een groot deel uit het opdoen van praktijkervaring. Dit doe je aan de hand van de module Praktijk, waarin praktische opdrachten zijn opgenomen, die je tijdens je werk dient uit te voeren. Je laat je begeleider op de werkvloer telkens meelezen met de afgeronde onderdelen voordat je ze instuurt naar de LOI.
Certificaat Praktijk 1 en Contactdagen 1
Als je de praktische opleiding van leerjaar 1 hebt afgerond, ontvang je het certificaat Praktijk 1. Je moet hiervoor het volledig ingevulde en afgetekende praktijkopleidingsboek eerste leerjaar kunnen overleggen. Om in het bezit te komen van het certificaat Contactdagen 1 moet je het contactonderwijs van leerjaar 1 hebben bijgewoond.
Toelating leerjaar 2
Wanneer je wilt starten met de praktijkopdrachten van jaar 2 moet je in het bezit te zijn van het certificaat Praktijk 1.
Studieprogramma leerjaar 2
Ook in deze fase van de opleiding studeer je terwijl je werkt. Praktische leertijd en theoretische onderbouwing sluiten uitstekend op elkaar aan. In dit jaar rond je je opleiding tot “algemeen hartfunctielaborant” af.
Contactonderwijs
In het tweede leerjaar worden vier contactdagen georganiseerd. Tijdens deze dagen wordt aandacht besteed aan elektrocardiografie, ergometrie en evidence based practice. Meer informatie over deze contactdagen vind je op LOI Campus. Deelname aan de contactdagen in het tweede leerjaar is alleen mogelijk indien je in het bezit bent van het certificaat Contactdagen 1 en je dus hebt deelgenomen aan de contactdagen in het eerste leerjaar (of hiervoor een vrijstelling hebt). Meld je dus alleen aan voor contactdagen van het tweede leerjaar als je aan deze voorwaarde voldoet.
Praktische opleiding
Aan het begin van het tweede leerjaar ontvang je van LOI Hogeschool het praktijkopleidingsboek tweede jaar. Iedere keer als je een opdracht uit dit boek hebt uitgevoerd, laat je je praktijkbegeleider meelezen voordat je deze naar de LOI opstuurt.
Certificaat Praktijk 2 en Contactdagen 2
Als je de praktische opleiding van leerjaar 2 hebt afgerond, ontvang je het certificaat Praktijk 2. Hiervoor moet je het volledig ingevulde en afgetekende praktijkopleidingsboek tweede leerjaar kunnen overleggen. Om in het bezit te komen van het certificaat Contactdagen 2 moet je het contactonderwijs van leerjaar 2 hebben bijgewoond.
Toelating voor leerjaar 3
Voor toelating tot leerjaar 3 van de opleiding Hartfunctielaborant moet je in het bezit zijn van het certificaat Praktijk 1 (POB) en het certificaat Contactdagen 1. Wanneer je wilt starten met Praktijk 3 dien je daarnaast in het bezit te zijn van het certificaat Praktijk 2 (POB).
Om het praktijkexamen af te mogen leggen moet, naast de POB’ s, ook de opdracht Kwaliteitszorg met een voldoende zijn afgerond.
Inhoud leerjaar 3
Tijdens het eerste en tweede jaar van de opleiding heb je globaal kennisgemaakt met de verschillende aspecten van het vak hartfunctielaborant. In het derde leerjaar ga je je specialiseren binnen een van de vier uitstroomrichtingen: Echocardiografie, Ambulante ECG-monitoring, Hartkatheterisatie of Cardio-implantaten.
Dit derde leerjaar dien je te volgen in een ziekenhuis dat is geaccrediteerd voor de gekozen uitstroomrichting.
Praktische opleiding
Net als in het eerste en tweede jaar, zijn in het derde jaar praktische opdrachten opgenomen die je tijdens je werk dient uit te voeren. Je laat je praktijkbegeleider telkens meelezen met de afgeronde onderdelen voordat je deze instuurt naar de LOI. In dit laatste jaar sluit je het geheel af met een praktijkexamen, dat wordt afgenomen in een ander opleidingsziekenhuis dan waar je werkzaam bent.
Meer informatie over het praktijkexamen vind je op LOI Campus.
Certificaat Praktijk 3
Als je de praktische opleiding van leerjaar 3 hebt afgerond, ontvang je het certificaat Praktijk 3. Hiervoor moet je het volledig ingevulde en afgetekende praktijkopleidingsboek derde leerjaar kunnen overleggen.
Afstudeeropdracht en afstudeerzitting
Gedurende het derde jaar werk je aan je afstudeeropdracht. Deze opdracht bestaat uit een onderzoek en rapportage. Tijdens de afstudeerzitting komen de afstudeeropdracht en de competentieontwikkeling (die je gedurende de opleiding hebt vastgelegd tijdens de modules Praktijk I, II en III) aan de orde.
Werk je al enige tijd op een cardiologieafdeling van een ziekenhuis, bijvoorbeeld als verpleegkundige op een Coronair Care Unit (CCU)? Volg dan het verkorte studieprogramma HBO Hartfunctielaborant. Dan kun je in korte tijd het HBO-diploma Hartfunctielaborant behalen en de graad Bachelor of Science achter je naam zetten.
Instroomeisen
Om het verkorte studieprogramma te kunnen volgen, gelden de volgende eisen:
- Je hebt in de afgelopen 5 jaar ten minste 4 jaar gewerkt binnen de cardiologische setting van een ziekenhuis. Je had daarbij een aanstelling van minimaal 16 uur.
- Je hebt vrijstelling voor het gehele eerste studiejaar, m.u.v. maximaal twee modules.
- Je kunt een werkgeversverklaring overleggen, waarin wordt bevestigd dat je bent aangenomen als hartfunctielaborant.
Bovenstaande richtlijnen zijn opgesteld door de toetsingscommissie.
Houd er rekening mee dat voor toelating tot het verkorte programma een vrijstellingsverzoek ingediend moet worden. De beoordeling hiervan duurt ongeveer 6 weken.
Opzet van de opleiding
De verkorte opleiding bestaat uit een generiek leerjaar en een uitstroomvariant naar keuze. Het programma bestaat uit de volgende modules:
Leerjaar 1
Maximaal twee modules uit leerjaar 1 (van de modules Werken op een hartfunctieafdeling, Omgangskunde en communicatie, Algemene medische kennis, Het registreren van een ecg, Basiskennis elektrocardiografie)
- Studievaardigheden
- Onderzoeksvaardigheden
- ICT in de gezondheidszorg
- Speciële anatomie, fysiologie en pathologie
- Elektrocardiografie
- Ergometrie en inspanningsfysiologie
- Basiskennis specialisaties
- Kwaliteitszorg
- Contactdagen II
- Praktijk 1 + 2
Leerjaar 2, Uitstroomvariant Ambulante ECG-monitoring*
- Inleiding ambulante ECG-monitoring
- (Supra)ventriculaire ritmestoornissen
- Geleidingsstoornissen, ST en QT analyse en HRV.
- Specialistische ambulante ECG-monitoring.
- Praktijk 3
- Afstudeeropdracht en mondelinge afstudeerzitting
Leerjaar 2, Uitstroomvariant Echocardiografie*
- Het echocardiografisch onderzoek
- De atria, aangeboren hartafwijking en 3D
- Mitralis-, aortaklep en kunstkleppen
- Linkerventrikel, contrast- en stressechocardiografie
- Rechterharthelft en pericard
- Specifieke pathologie
- Praktijk 3
- Afstudeeropdracht en mondelinge afstudeerzitting
Leerjaar 2, Uitstroomvariant Hartkatheterisatie*
- Specialisatie stralingshygiëne
- Toegepaste farmacologie
- Steriliteit
- Hardware, materiaal en techniek
- Functies op de hartkatheterisatie
- Inleiding in de interventie
- Praktijk 3
- Afstudeeropdracht en mondelinge afstudeerzitting
Leerjaar 2, Uitstroomvariant Cardio-implantaten*
- De elementen van het pacemakersysteem
- Keuze en implantatie van het pacemakersysteem
- Timing in pacemakers
- Pacemaker, ecg en follow-up
- Basiskennis elektrofysiologie en cardio-implantaten
- Specialisatie stralingshygiëne
- Praktijk 3
- Afstudeeropdracht en mondelinge afstudeerzitting
* Bij de overgang naar leerjaar 2, mag je maximaal twee modulen nog niet hebben afgerond. Hiervan mag er maximaal één uit leerjaar 1 afkomstig zijn.
Elk leerjaar worden verplichte contactdagen georganiseerd. Op deze dagen heb je uitgebreid de mogelijkheid je vaardigheden onder begeleiding te oefenen! Enkele contactdagen worden online via virtual classrooms georganiseerd. Alle bijeenkomsten worden verzorgd door een ervaren docent. Aan het bijwonen zijn geen extra kosten verbonden.
De benodigde vakliteratuur is inbegrepen bij het collegegeld. Je hoeft zelf geen boeken meer aan te schaffen.