voor
Je zoekopdracht heeft helaas geen resultaten opgeleverd
De taalwetenschappers ontdekte dat veel volwassenen meer kennis en vaardigheden paraat hebben waardoor ze beter in staat om taalregels af te leiden uit gesproken voorbeelden dan kinderen. Hierdoor kunnen ze de regels van een nieuwe taal eerder in de praktijk toepassen.
Dat meldt New Scientist naar aanleiding van een onderzoek aan de Universiteit van Tel Aviv.
De wetenschappers testten personen van verschillende leeftijd met een verzonnen taalregel. Met deze regel zouden werkwoorden anders worden gespeld als ze verwezen naar een levend object dan wanneer ze betrekking hadden op een levenloos object.
De proefpersonen kregen deze regel niet letterlijk te horen, maar moesten luisteren naar verschillende werkwoorden die volgens de verzonnen grammatica waren gespeld. Vervolgens werd hen gevraagd zelf een aantal werkwoorden te spellen.
Volwassenen bleken de nieuwe taalregel veel sneller te begrijpen uit de voorbeelden dan proefpersonen van twaalf, acht en vijf jaar. Ook presteerden ze twee maanden later beter dan de kinderen bij een herhalingstest. Tot nu toe gingen wetenschappers er vanuit dat kinderen beter zijn in het leren van een nieuwe taal, omdat nieuwe hersenverbindingen in een jeugdig brein gemakkelijker ontstaan.
Volgens hoofdonderzoekster Sara Ferman suggereren de onderzoeksresultaten dat volwassenen in principe beter zijn in het verwerven van een nieuwe taal dan kinderen door hun vermogen tot het analyseren van voorbeelden. In de praktijk leren kinderen mogelijk tóch sneller door de manier waarop ze in het dagelijks leven worden benaderd, zo betoogt Ferman.
“Als volwassenen een taalkundige fout maken in het dagelijks leven, corrigeren we hen minder snel, omdat we hen niet willen beledigen”, verklaart de onderzoekster. “Maar bij de test onder gecontroleerde omstandigheden in het laboratorium doen we dat wel. Dit verklaart mogelijk dat volwassenen in dit onderzoek beter presteerden bij alle metingen.”