Het korte HBO-programma Oriëntatie op het sociaal werk in de zorg bestaat uit de volgende elf modules:
Oriëntatie op het werkveld van de Sociaal werker in de zorg
Tijdens deze module oriënteer je je op het werkveld van de sociaal werker in de zorg. Zo leer je over met welke cliëntenpopulatie een sociaal werker in de zorg te maken krijgt, hoe je de cliënt kunt versterken in zijn eigen regie en wie de actoren binnen het beroepenveld zijn. Ook leer je over de maatschappelijke ontwikkelingen die van invloed zijn en over verschillende wetten, regels en financieringsstromen.
Effectief communiceren
In deze module leer je je mondeling en schriftelijk correct en effectief te kunnen uitdrukken. Je bent in staat een tekst te begrijpen, te produceren of samen te vatten binnen een steeds intercultureler wordende context.
Basiskennis voor de sociaal werker in de zorg
Tijdens deze module leer je over de ontwikkelingsfasen die mensen in hun leven doorlopen, sociologische theorie en hoe de samenleving van invloed is op het gedrag van mensen en andersom. Verder krijg je meer kennis over op welke wijze sociaaleconomische, culturele, politieke en religieuze aspecten van invloed kunnen zijn op gezondheid en gezondheidsbeleving. Ook leer je om op een verantwoorde manier samen te werken met andere zorgprofessionals. Na afloop weet je precies welke kennis over het individu en over de samenleving van belang is bij het begeleiden van cliënten en leer je je ‘innerlijke kompas’ scherpstellen. Hierdoor kun je naast anamnese en onderzoek je gevoel en ervaring bewust inzetten om tot deskundige begeleiding of een passende doorverwijzing van de cliënt te komen.
Inleiding onderzoek doen
Het doel van de module ‘Inleiding onderzoek doen’ is het aanleren van de basisvaardigheden die van toepassing zijn bij alle vormen van onderzoek in het HBO-werkveld. Deze vaardigheden bestaan uit: een onderzoekende houding, het toepassen van kennis uit het onderzoek van anderen en het zelf onderzoek doen (en dit kritisch beschouwen middels evaluatie en reflectie).
Zelfregie, empowerment en netwerk
Deze module richt zich op het bevorderen en/of handhaven van het sociaal functioneren van cliënten met complexe problematiek (bijvoorbeeld cliënten met een handicap) door middel van netwerkontwikkeling, participatiebevordering en het versterken van de eigen regie en empowerment. Allereerst ga je aan de slag met het achterhalen van de vraag en/of behoefte van de cliënt. Je leert o.a. hoe je dit kunt aangeven en hoe je de hulpvraag samen met de cliënt formuleert. Uiteindelijk weet je de zelfredzaamheid en het netwerk van de cliënt te bevorderen door preventief én actief de regie van de cliënt te versterken.
Praktijkintegratie De professional, het werkveld en de cliënt
In de praktijkintegratie-module pas je de opgedane theorie toe in een praktische context. Hierbij werk je aan het verder ontwikkelen van algemene competenties en specifieke beroepscompetenties. Ook onderzoeksvaardigheden zijn hierbij van belang. Tijdens deze opdracht ga je aan de slag met het zelfstandig analyseren van het sociaal functioneren van de cliënt met complexe problematiek. Je vergelijkt diverse mogelijke oplossingen, selecteert de meest passende en onderbouwt je keuze.
Methodisch en strategisch handelen
Tijdens deze module ga je een plan opstellen waardoor je het sociaal functioneren van de cliënt bevordert. Tijdens dit proces maak je gebruik van passende methodieken, leer je behorende interventies toepassen en ga je het plan vervolgens evalueren.
Casemanagement
In de module Casemanagement leer je de begeleiding van cliënten met continue en/ of complexe problematiek coördineren. Daarnaast leer je meer over het hulpverleningstraject, het bewaken van afspraken en het informeren van collega's middels rapportage. Ook leer je na afloop van het proces reflecteren op je eigen rol als coördinator van zorg en hulpverlening.
Algemene beroepsoriëntatie
In de module Algemene beroepsoriëntatie leer je om je persoonlijke ontwikkeling vorm te geven in relatie tot de professionele beroepsomgeving waarin je werkt (of gaat werken). Je leert om als professional naar jezelf en naar je beroepsomgeving te kijken.
Gespreksvoering met de cliënt
Tijdens deze module krijg je de opdracht om te demonstreren dat je vanuit een respectvolle houding een effectief gesprek met de cliënt kunt voeren. Je maakt hierbij gebruik van passende gespreksmethodieken.
Praktijkintegratie De professional en cliëntgebonden taken
In de praktijkintegratie-module pas je de opgedane theorie toe in een praktische context. Hierbij werk je aan het verder ontwikkelen van algemene competenties en specifieke beroepscompetenties. Ook onderzoeksvaardigheden zijn hierbij van belang. Tijdens deze opdracht stel je samen met de cliënt een plan van aanpak samen gericht op het sociaal functioneren. De hulpvraag van de cliënt en het cliëntsysteem moet duidelijk geformuleerd en onderbouwd zijn. Verder moet de aanpak met behulp van een of meerdere interventies beschreven zijn, alsmede het beoogd resultaat en de mogelijke effecten. Je evalueert dit na het uitvoeren van het plan van aanpak.